9. Controle van ramingen
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Voor de biomassa-installaties > 10 MWe en afvalverbrandingsinstallaties geeft de netbeheerder
van het landelijk hoogspanningsnet op grond van deze beleidsregel een individuele
productieraming af. Voor de biomassa-installaties ≤ 10 MWe en bij alle overige categorieën
geeft de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op grond van deze beleidsregel
een productieraming af, die is gebaseerd op het aantal vollasturen zoals opgenomen
in paragraaf 7. In beide gevallen geldt dat, indien een producent deze afgegeven productieraming
onjuist acht, hij binnen een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet
te bepalen termijn onderbouwd aannemelijk kan maken wat zijn raming wel moet zijn.
Indien een producent van deze mogelijkheid gebruik maakt dient de netbeheerder van
het landelijk hoogspanningsnet de door de producent opgegeven raming te toetsen op
realiteitsgehalte. Dit kan worden gedaan door onder meer de raming te vergelijken
met de gerealiseerde en bekende productiecijfers alsmede met de eerder ingediende
ramingen. Als blijkt dat het verschil tussen gerealiseerde cijfers en eerder afgegeven
ramingen aan de ene kant en de nieuwe ramingen aan de andere kant, naar het overwogen
oordeel van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te groot is en de producent
dit verschil naar het oordeel van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet
onvoldoende kan onderbouwen, stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet
de raming bij tot de voorgestelde waarde in het ramingformulier. Bij deze overweging
kan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de zogenaamde ‘vergunde ruimte’
betrekken die de betreffende productie-installatie heeft op het moment van ramen op
grond van de bouw-, milieu- en/of andere door het bevoegde gezag voor de productie-installatie
afgegeven bindende vergunning. In het voorgedrukte ramingformulier wordt derhalve
gevraagd naar het aantal MWh die de producent op basis van de vergunning mag produceren.
Een producent mag nooit meer produceren dan hetgeen is vergund, doet hij dit wel dan
is er sprake van een illegale activiteit en dient het bevoegde gezag te handhaven.
Derhalve kan een producent zijn productie nimmer hoger ramen dan de vergunde ruimte.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan in bovengenoemde gevallen aan
de producent een afschrift vragen van de betreffende vergunning, waarbij de producent
eenduidig en onderbouwd dient aan te geven welk getal in MWh vergund is.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vult in de ramingformulieren zoals
bedoeld in paragraaf 8 van deze beleidsregels enkele productiegegevens in, zoals het nominale vermogen van
de installatie, voor zover deze reeds bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet
bekend zijn. De producent verklaart met het voor akkoord ondertekenen van dit formulier
dan wel door het niet retourneren binnen de gestelde termijn, akkoord te gaan met
de op het formulier weergegeven raming.
De raming geldt voor de productie-installatie waarvoor de netbeheerder van het landelijk
hoogspanningsnet reeds een beschikking tot subsidieverlening heeft afgegeven ofwel
waarvoor het een aanvraag in behandeling heeft. Een eventuele uitbreiding van de productie-installatie
in de toekomst kan niet worden gezien als onderbouwing van een hoger raminggetal dan
hetgeen is voorgedrukt.
Indien een producent van wind op land zijn installatie niet direct bij aanvang van
de subsidieverlening in gebruik neemt of heeft genomen maar gebruik maakt van de mogelijkheid
die artikel 72t van de Elektriciteitswet 1998 (oud) geeft en hij binnen 3 jaar na datum subsidieverlening zijn installatie in gebruik
neemt geldt, zoals vermeld in paragraaf 5.1, dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bij het vaststellen van de
raming rekening houdt met het feit dat de producent na afloop van de subsidieperiode
de mogelijkheid moet hebben gehad om het totaal aan vollasturen, die op grond van
de Algemene uitvoeringsregeling milieukwaliteit op de producent van toepassing zijn, te behalen. Dat betekent dat indien een dergelijke
producent gebruik maakt van de mogelijkheid zijn eigen raming in te dienen, het vorenstaande
als onderbouwing kan worden gegeven voor een hoger raminggetal dan het op het ramingsformulier
voorgedrukte aantal vollasturen.
Als een dergelijke producent de installatie toch eerder in gebruik neemt dan de datum
op grond waarvan de raming zoals hiervoor bedoeld is vastgesteld en op grond waarvan
de nieuwe beschikking zoals bedoeld in paragraaf 11 van deze beleidsregel is afgegeven, zal de producent een nieuwe raming af moeten
geven aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op grond waarvan deze
de genoemde beschikking kan wijzigen