Wijzigingswet enkele belastingwetten c.a.(Overige fiscale maatregelen 2005)

Geraadpleegd op 28-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005 en zichtdatum 23-06-2024.
Geldend van 01-01-2005 t/m 17-03-2005

Wet van 16 december 2004, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2005)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2005 wenselijk is in een aantal belastingwetten wijzigingen, versoepelingen, bijstellingen, alsmede enkele technische reparaties aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel VIII

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Terugwerkende kracht

Stb. 2005, 134, datum inwerkingtreding 18-03-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XII

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XVIII

  • A [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • B Overgangsrecht Wet belastingen op milieugrondslag

    • 1. Op verontreinigde grond waarvoor voor 1 januari 2005 een verklaring als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel e, van de Wet belastingen op milieugrondslag zoals dat artikel luidde op 31 december 2004 is afgegeven, blijven de bepalingen van de Wet belastingen op milieugrondslag van toepassing zoals die luidden op 31 december 2004.

    • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op verontreinigde grond waarvoor op of na 1 januari 2005 een verklaring is afgegeven die voor 1 januari 2005 is aangevraagd.

    • 3. De in het tweede lid bedoelde verklaring wordt afgegeven door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

    • 4. Een aanvraag om een verklaring als bedoeld in het derde lid die voor 1 januari 2005 is ingediend bij de N.V. Service Centrum Grond, geldt als een aanvraag die is ingediend bij Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

    • 5. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2005.

  • C Overgangsrecht Algemene wet inzake rijksbelastingen

    • 1. Op het beroep tegen een uitspraak op een bezwaarschrift met een dagtekening van vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, inzake een uitnodiging tot betaling ter zake van anti-dumpingheffingen, compenserende heffingen of landbouwheffingen, onderscheidenlijk inzake een in artikel 886, eerste lid, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek bedoelde beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding ter zake van deze heffingen, blijft artikel 30d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zoals dat luidde ten tijde van die dagtekening, van toepassing.

    • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing:

Artikel XIX

Artikel 3.52, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 is niet van toepassing op een op grond van artikel 3.52, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, van die wet vastgestelde ministeriële regeling die voorziet in wijziging van de willekeurige afschrijving op zeeschepen in verband met communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer. In afwijking van artikel 3.52, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, van de Wet inkomstenbelasting 2001 vindt deze wijziging plaats na overleg met onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel XX

  • 2 In afwijking van het eerste lid treedt artikel VIII, onderdelen A, eerste lid, C en D, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met dien verstande dat:

    • a. indien het Staatsblad waarin dat besluit wordt geplaatst voor 1 januari 2005 wordt uitgegeven en in dat besluit wordt bepaald dat de inwerkingtreding van de genoemde onderdelen plaatsvindt met ingang van 1 januari 2005, artikel VIII, onderdeel B vervalt;

    • b. indien het Staatsblad waarin dat besluit wordt geplaatst na 1 januari 2005 wordt uitgegeven, in dat besluit bepaald wordt dat de genoemde onderdelen terugwerken tot en met 1 januari 2005.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 16 december 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën

J. G. Wijn

Uitgegeven de drieëntwintigste december 2004

De Minister van Justitie

J. P. H. Donner

Naar boven