Artikel 1. Begripsbepalingen
Deze regeling verstaat onder:
-
a. minister: de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen en, voor wat betreft
het landbouwonderwijs, de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij;
-
b. wet: de Leerplichtwet 1969;
-
c. leerling:
Artikel 2. Verantwoordelijkheid hoofd
Het hoofd, bedoeld in artikel 1 van de wet, draagt zorg voor een administratie van
de ingeschreven leerlingen.
Artikel 3. Verantwoordelijkheid burgemeester en wethouders
-
2 Indien een leerling als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens van
een andere gemeente is ingeschreven, zenden burgemeester en wethouders van de gemeente
waarin deze als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens was ingeschreven
de administratieve gegevens van de desbetreffende leerling aan de eerstbedoelde gemeente.
Artikel 4. Kennisgevingen
-
1 De kennisgevingen, bedoeld in de artikelen 18, eerste lid, en 21 van de wet, dienen
te geschieden ten aanzien van de leerlingen.
-
2 De kennisgevingen, bedoeld in artikel 18 van de wet, worden gezonden aan burgemeester
en wethouders van de gemeente waar de leerling als ingezetene in de basisadministratie
persoonsgegevens is ingeschreven.
-
3 Bij de kennisgeving van de inschrijving, bedoeld in artikel 18 van de wet, vermeldt
het hoofd van de instelling hoeveel dagen per week en op welke dagen van de week de
partieel leerplichtige leerling het onderwijs zal volgen.
Artikel 5. Informatieplicht burgemeester en wethouders aan de Inspectiedienst Ministerie
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Burgemeester en wethouders brengen binnen twee weken het districtshoofd van de Inspectiedienst
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de hoogte van de namen
van de leerlingen, ten aanzien van wie:
-
a. op grond van artikel 3b van de wet goedkeuring is verleend voor vervangende leerplicht
in het laatste schooljaar en inschrijving bij een instelling heeft plaatsgevonden,
of
-
b. artikel 5, onder a of b van de wet geldt en die 16 jaar of ouder zijn.
Artikel 6. Jaarlijkse opgave burgemeester en wethouders
Het verslag, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de wet, brengen burgemeester en
wethouders uit over het laatstverlopen school- of cursusjaar overeenkomstig het aan
deze regeling gehechte model CFI 55103.
Artikel 7. Jaarlijkse opgave hoofd
Het verslag, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de wet, brengt het hoofd, bedoeld
in artikel 1 van de wet, uit over het laatstverlopen school- of cursusjaar overeenkomstig
het aan deze regeling gehechte model CFI 55102.
Artikel 8. Wijze van kennisgeving
-
1 De kennisgeving van beroep op vrijstelling, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van
de wet, geschiedt overeenkomstig het aan deze regeling gehechte model LE 0/1995.
-
2 De kennisgeving van de in- en afschrijving, bedoeld in artikel 18 van de wet, geschiedt
overeenkomstig het aan deze regeling gehechte model LE 1/1995 of op verzamellijsten
die dezelfde gegevens bevatten.
-
4 De mededeling aan het districtshoofd van de Inspectiedienst van het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bedoeld in artikel 5, geschiedt overeenkomstig het
aan deze regeling gehechte model LE 3/1995.
Alvorens zijn ambt te aanvaarden, legt de ambtenaar, bedoeld in artikel 16 van de
wet, de volgende eed (verklaring en belofte) van zuivering af:
"Ik zweer/verklaar, dat ik middellijk of onmiddellijk, onder welke vorm of onder welk
voorwendsel, tot het verkrijgen mijner benoeming aan niemand, wie hij ook zij, iets
heb gegeven of beloofd of zal geven of beloven. Ik zweer/beloof, dat ik, om iets hoegenaamd
in mijn betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd, middellijk of onmiddellijk,
enige beloften of geschenken zal aannemen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat
verklaar en beloof ik)". Daarna wordt door de ambtenaar de volgende eed of belofte
afgelegd:
"Ik zweer/beloof trouw aan de Koningin, aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks.
Ik zweer/beloof, dat ik krachtens de wet uitgevaardigde voorschriften en de verordeningen
zal nakomen en handhaven, dat ik de mij verstrekte opdrachten zal volbrengen en de
zaken, waarvan ik door mijn ambt kennis draag en die mij als geheim zijn toevertrouwd
of waarvan ik het vertrouwelijk karakter moet begrijpen, niet zal openbaren aan anderen
dan aan hen, aan wie ik volgens de wet of ambtshalve tot mededeling verplicht ben,
en dat ik mij als een nauwgezet en ijverig ambtenaar zal gedragen. Zo waarlijk helpe
mij God almachtig! (Dat beloof ik!)".
De Leerplichtregeling 1985 wordt ingetrokken.
Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst.
Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Artikel 12. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1995.
De regeling wordt aangehaald als: Leerplichtregeling 1995.