Subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten 2021–2022
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
1. Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
1.1. Relevantie voor het Nederlandse mensenrechtenbeleid
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Vrijheid van meningsuiting, met een focus op persvrijheid, is een prioriteit binnen
het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid vormen het fundament van een goed functionerende
democratie. De veiligheid van journalisten is van groot belang voor een vrije pers.
Journalisten moeten hun werk onafhankelijk en in veiligheid kunnen doen.
Dit subsidiebeleidskader geeft uitvoering aan het amendement Sjoerdsma (Kamerstukken II, 2020/21, 35 570 V, nr. 16) en is bedoeld voor subsidieverstrekking aan organisaties
die zich inzetten voor de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en de veiligheid
van journalisten. De beschikbare middelen zijn bestemd voor de financiering van activiteiten
die bijdragen aan de beleidsdoelstelling om de veiligheid van journalisten te bevorderen,
met specifieke aandacht voor de bescherming van journalisten in nood. Het project
moet zich richten op deze doelstelling om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie.
1.2. Opbouw van dit kader
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
In dit subsidiebeleidskader worden in hoofdstuk 2 de financiële middelen en het tijdpad
uiteengezet. Hoofdstuk 3 bevat een algemene toelichting op de selectiecriteria en
het selectieproces. Ook wordt in dit hoofdstuk de doelstelling uitgewerkt die wordt
beoogd met het verstrekken van de subsidie, waarna hoofdstuk 4 is gewijd aan de formele
vereisten aan de aanvraag en de verdere procedure. In de laatste twee hoofdstukken
worden de verschillende drempelcriteria en inhoudelijke criteria uiteengezet.
2. Financiële middelen, verdeling daarvan en tijdpad
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
2.1. Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Het totaal beschikbare subsidiebedrag voor subsidieverstrekking in het kader van het
subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten 2021–2022 bedraagt EUR 2 miljoen.
Een subsidieaanvraag onder het subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten 2021–2022
bedraagt EUR 2 miljoen.
2.2. Verdeling beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De toekenning van de beschikbare middelen vindt plaats door middel van een kwalitatieve
beoordeling van de tijdig ontvangen aanvragen die voldoen aan de formele vereisten
die aan een aanvraag worden gesteld. Uit oogpunt van doelmatigheid zal alleen de hoogste
scorende aanvraag in aanmerking komen voor subsidie (mits deze van voldoende kwaliteit
is).
2.3. ODA en non-ODA
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De voorliggende beleidsregels gelden zowel voor activiteiten ter bevordering van de
naleving van mensenrechten die volgens de OESO-DAC-criteria toerekenbaar zijn aan ODA-uitgaven, als voor activiteiten ter bevordering van de
naleving van mensenrechten die daaraan niet toerekenbaar zijn. Volledigheidshalve
zij opgemerkt dat er in het kader van het subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten
2021–2022 geen landenlijst wordt gehanteerd, d.w.z. dat de activiteiten wereldwijd
en in alle landen mogen worden uitgevoerd, met een minimum van drie verschillende
landen. Ook worden er inhoudelijke eisen gesteld aan de keuze voor de landen, zie
criterium I.2.
2.4. Termijn voor indiening
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf de eerste werkdag vanaf 09:00 uur CET na de
dag waarop het subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten 2021–2022 bekend wordt
gemaakt, tot en met uiterlijk 10 mei 2021, 15:00 uur CET.
2.5. Looptijd
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De looptijd van een project kan variëren, mits binnen het tijdvak 11 mei 2021 tot
en met 31 december 2022 en met dien verstande dat projecten niet later dan 31 december
2021 mogen beginnen.
3. Selectiecriteria- en proces
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
3.1. Voor wie is het subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten 2021–2022 bedoeld?
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Subsidies onder het subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten 2021–2022 zijn
bedoeld voor projecten van zelfstandige maatschappelijke organisaties die op resultaatgerichte
wijze werken aan de bescherming en bevordering van persvrijheid en de bescherming
van journalisten en hier aantoonbare ervaring mee hebben. Onder maatschappelijke organisatie
wordt in dit kader verstaan een niet op winst gerichte, niet aan een overheidsinstantie
statutair of feitelijk verbonden organisatie met een maatschappelijk oogmerk, beschikkend
over rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, die niet door een overheidsinstantie
is opgericht, dan wel die na oprichting door een overheidsinstantie geheel verzelfstandigd
is.
Organisaties kunnen zelfstandig een subsidieaanvraag indienen of deel uitmaken van
een alliantie. Een alliantie is een samenwerkingsverband van twee of meer maatschappelijke
organisaties in bovenstaande zin, die een gezamenlijk project uitvoeren waarbij alle
partijen een bijdrage leveren aan het totaal. Zij sluiten daartoe een samenwerkingsovereenkomst.
De penvoerder dient in een dergelijk geval namens de alliantie een aanvraag in voor
het project van de alliantie als geheel. De penvoerder is, indien de aanvraag wordt
gehonoreerd, verantwoordelijk voor de uitvoering van het project van de alliantie
en voor de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Aanvragers kunnen voor de uitvoering van (onderdelen van) het project gebruik maken
van andere organisaties zonder winstoogmerk of van bedrijven. Een dergelijke samenwerking
betreft geen samenwerking in het kader van een samenwerkingsverband zoals hiervoor
bedoeld, maar samenwerking met bijvoorbeeld een lokale organisatie die enkele onderdelen
van het project lokaal uitvoert.
3.2. Thematische minimumvereisten
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Dit subsidiebeleidskader valt onder de mensenrechtenprioriteit vrijheid van meningsuiting,
waarvoor de volgende algemene doelstelling is omschreven: de bevordering van de veiligheid
van journalisten, met specifieke aandacht voor de bescherming van journalisten in
nood.
Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie onder het subsidiebeleidskader
Veiligheid van journalisten 2021–2022 dient de aanvraag zich volledig te richten op
deze prioriteit en daarbinnen op de voor deze prioriteit geformuleerde algemene doelstelling.
De mate waarin een project bijdraagt aan de algemene doelstelling wordt meegenomen
bij de beoordeling van de aanvraag volgens de criteria opgenomen in I.1.
3.3. Beoordeling
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht, het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 zijn onverkort van toepassing op de beoordeling van aanvragen onder het subsidiebeleidskader
Veiligheid van journalisten 2021–2022 en op de uiteindelijke subsidieverstrekking.
Aanvragen worden beoordeeld met inachtneming van deze regelgeving en overeenkomstig
de in dit subsidiebeleidskader opgenomen criteria.
De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van twee soorten criteria. In de eerste
beoordelingsfase worden zij beoordeeld op grond van drempelcriteria. In de tweede
beoordelingsfase wordt de kwaliteit van de aanvragen die voldoen aan de drempelcriteria
beoordeeld op grond van criteria met betrekking tot het trackrecord van de aanvrager/penvoerder
en eventuele mede-indieners en het project waarvoor subsidie wordt gevraagd.
3.4. Drempelcriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Zowel aanvrager/penvoerder en alle mede-indieners, als het project waarvoor subsidie
wordt gevraagd, dienen ten minste te voldoen aan de drempelcriteria (D.1 t/m D.14,
zie hoofdstuk 5) om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie onder het subsidiebeleidskader
Veiligheid van journalisten 2021–2022. Bij het niet voldoen aan één (of meer) van
de drempelcriteria zal de aanvraag worden afgewezen en niet verder worden beoordeeld.
3.5. Inhoudelijke criteria
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Indien de aanvraag voldoet aan de drempelcriteria, zal de aanvraag op kwaliteit beoordeeld
worden op grond van de inhoudelijke criteria (I.1 t/m I.7, hoofdstuk 6). De kwaliteit
van een aanvraag wordt uitgedrukt in een score. Om voor subsidieverlening onder het
subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten 2021–2022 in aanmerking te kunnen
komen dient een aanvraag van voldoende kwaliteit te zijn. De aanvraag met de hoogste
score zal worden geselecteerd.
3.6. Organisatorische capaciteit en integriteit
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie onder het subsidiebeleidskader
Veiligheid van journalisten 2021–2022 dient de aanvrager/penvoerder in staat te zijn
tot een adequaat financieel beheer en dient hij door ervaringsdeskundigheid met betrekking
tot de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd een doelgerichte en doelmatige
uitvoering van de activiteiten te kunnen waarborgen.
Tevens toont de aanvrager aan dat hij een vastgesteld integriteitsbeleid heeft. In
geval van een alliantie hebben ook zijn mede-indieners dat. De aanvrager toont aan
dat hij, en in geval van een alliantie ook zijn mede-indieners, procedures heeft,
dan wel hebben ingevoerd om aan dat beleid toepassing te kunnen geven. Dit integriteitsbeleid
en deze procedures zijn er om ernstige vormen van grensoverschrijdend gedrag, daaronder
begrepen seksuele misdragingen, jegens medewerkers en derden bij de uitvoering van
de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft door de penvoerder, de mede-indieners
en de door hen ingeschakelde partijen, zo veel mogelijk te voorkomen, in voorkomend
geval te onderzoeken, met passende maatregelen zo spoedig mogelijk te doen beëindigen
en de gevolgen daarvan te mitigeren. De procedures zijn zodanig ingericht dat een
tijdige melding van incidenten aan de minister is gewaarborgd.
Op beide vereisten (capaciteit en integriteit) zal worden getoetst in drempelcriterium
D.6.
3.7. Besluitvormingstermijn
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Uiterlijk 13 weken na de uiterste dag waarop aanvragen kunnen worden ingediend zal
worden besloten op de tijdig ontvangen aanvragen.
5. Drempelcriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De aanvrager/penvoerder/mede-indieners en het project waarvoor subsidie wordt gevraagd
dienen te voldoen aan de hiernavolgende drempelcriteria. Bij het niet voldoen aan
één (of meer) van de drempelcriteria zal de aanvraag worden afgewezen en niet verder
worden beoordeeld. Hierbij zij nogmaals opgemerkt dat gebruik dient te worden gemaakt
van het aanvraagstramien en dat kortheidshalve verwijzing naar andere delen van de
aanvraag, naar een website of naar bijlagen niet voldoende is. In het aanvraagstramien
wordt nader toegelicht op welke wijze dient te worden aangetoond dat aan een criterium
wordt voldaan.
5.1. Drempelcriteria ten aanzien van de organisatie
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
D.1. Maatschappelijke organisatie
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De aanvrager of, in geval van een aanvraag namens een alliantie, de penvoerder en
alle mede-indieners van de alliantie is/zijn een maatschappelijke organisatie. Onder
maatschappelijke organisatie wordt in dit kader verstaan een niet op winst gerichte,
niet aan een overheidsinstantie statutair of feitelijk verbonden organisatie met een
maatschappelijk oogmerk, beschikkend over rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht,
die niet door een overheidsinstantie is opgericht, dan wel die na oprichting door
een overheidsinstantie geheel verzelfstandigd is.
D.2. Doelstelling
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De aanvrager of, in geval van een aanvraag namens een alliantie, de penvoerder en
mede-indieners werken aan en zetten zich in voor de bevordering van de veiligheid
van journalisten met specifieke aandacht voor de bescherming van journalisten in nood.
D.3. Alliantie
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
In geval van een aanvraag namens een alliantie omvat de aanvraag een door alle betrokken
alliantiepartners (penvoerder en mede-indieners) getekende samenwerkingsovereenkomst
die is gesloten met het oog op het uitvoeren van het project waarvoor subsidie wordt
gevraagd, en waarin in ieder geval afspraken zijn neergelegd over:
-
• de wijze waarop elk van de alliantiepartners bijdraagt aan de werkzaamheden van het
samenwerkingsverband;
-
• de wijze waarop de besluitvorming in het samenwerkingsverband plaatsvindt;
-
• de wijze waarop de kosten en de risico’s worden gedeeld over de alliantiepartners;
-
• de wijze waarop de naleving door de penvoerder van de aan een subsidie verbonden verplichtingen
jegens de Minister is gewaarborgd, inclusief de zorg voor de gezamenlijk geaggregeerde
rapportages;
-
• de wijze waarop de penvoerder en mede-indieners elkaar informeren, in het bijzonder
over hun financiële gezondheid;
-
• de wijze waarop de samenwerking kan worden aangepast;
-
• de wijze waarop de penvoerder en elk van de mede-indieners betrokken is bij het monitoren
en evalueren van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten.
D.4. Lokale uitvoerende organisatie
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
In geval van een samenwerking met (een) reeds bekende lokale uitvoerende organisatie(s)
die geen deel uitmaakt/uitmaken van een alliantie zoals bedoeld in criterium D.3,
omvat de aanvraag een toelichting waarin in ieder geval het volgende wordt vermeld:
-
• Naam en contactgegevens van de uitvoerende organisatie en informatie waaruit blijkt
dat de organisatie rechtspersoonlijkheid bezit.
-
• Een onderbouwde uiteenzetting van de geschiktheid van deze organisatie voor het uitvoeren
van het project, waaruit ten minste blijkt dat de organisatie ervaring heeft op het
beoogde thema dan wel in de beoogde regio, of beide.
-
• Het gemotiveerde oordeel van de aanvrager over de betrouwbaarheid en stabiliteit van
deze organisatie.
D.5. Financiële onafhankelijkheid
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Gedurende de laatste twee jaren over welke een door de accountant goedgekeurde jaarrekening
beschikbaar is, was gemiddeld minimaal 25% van de totale jaarlijkse inkomsten van
de aanvrager afkomstig uit bronnen anders dan bijdragen die direct of indirect worden
verkregen ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken of
de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Subsidies onder
het subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten 2021–2022 zullen op gemiddelde
jaarbasis nooit meer bedragen dan 75% van de gemiddelde totale jaarlijkse inkomsten
(op basis van de laatste twee goedgekeurde jaarrekeningen) van de organisatie. Indien
sprake is van een alliantie geldt dit criterium voor de gehele alliantie. Dat wil
zeggen dat indien één van de deelnemende alliantiepartners minder dan 25% van de jaarlijkse
inkomsten uit andere bijdragen dan bijdragen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
verwerft, dit kan worden gecompenseerd door een andere alliantiepartner in de alliantie.
D.6. Capaciteit en integriteit
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
a. De aanvrager dan wel penvoerder is in staat tot een adequaat financieel beheer en
kan door ervaringsdeskundigheid met betrekking tot activiteiten als waarvoor subsidie
wordt gevraagd, een doelgerichte en doelmatige uitvoering van de activiteiten waarborgen.
-
b. De aanvrager dan wel penvoerder toont aan dat hij en alle mogelijke andere alliantiepartners
een integriteitsbeleid hebben, en procedures om dit beleid te implementeren. Dit integriteitsbeleid
en deze procedures zijn er om ernstige vormen van grensoverschrijdend gedrag, daaronder
begrepen seksuele misdragingen, jegens medewerkers en derden, bij de uitvoering van
de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft door de aanvrager dan wel penvoerder,
de mogelijke alliantiepartners en de door hen ingeschakelde partijen, zoveel mogelijk
te voorkomen, in voorkomend geval te onderzoeken, met passende maatregelen zo spoedig
mogelijk te doen beëindigen en de gevolgen daarvan te mitigeren. De procedures zijn
zodanig ingericht dat een tijdige melding van incidenten aan de Minister is gewaarborgd.
D.7. Bezoldiging
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
A. De maximale bezoldiging van de individuele leden van management en bestuur van de
in Nederland gevestigde aanvrager, of in geval van een aanvraag namens een alliantie,
penvoerder en mede-indiener(s), bedraagt, uiterlijk met ingang van het tijdvak waarvoor
subsidie wordt gevraagd, per kalenderjaar ten hoogste EUR 191.000 (bruto) bij een
dienstverband van een 36-urige werkweek. Genoemd bedrag bestaat uit:
-
1. de beloning (de som van de periodiek betaalde beloningen en winstdelingen en bonusbetalingen);
-
2. de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen;
-
3. beloningen betaalbaar op termijn, zoals vakantiegeld, 13de maand, werkgeversdeel pensioenbijdrage
etc.
-
B. Deze eis is ook van toepassing voor aanvragers/penvoerders en mede-indieners die zijn
gevestigd in een EU-lidstaat die is aangesloten bij de euro. Voor aanvragers/penvoerders
en mede-indieners uit EU-lidstaten die niet zijn aangesloten bij de euro en voor aanvragers
uit landen buiten de EU, geldt dat omrekening van de lokale valuta naar de euro geschiedt
op grond van de corporate rates (appendix II) die door het Ministerie worden gehanteerd
met ingang van 1 januari 2021.
-
C. Gelet op de koopkrachtgegevens gepubliceerd door EUROSTAT (comparative price levels
2019) geldt voor de volgende landen een aangepaste norm, op grond van het algemene
inkomensniveau in de betreffende landen:
-
D. De maximale bezoldiging van de individuele leden van management en bestuur van de
aanvrager/penvoerder en eventuele mede-indieners gevestigd in overige landen staat
met ingang van het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd in redelijke verhouding
tot het niveau van de functie, de geografische ligging en de omvang en complexiteit
van de organisatie.
D.8. Hoven en tribunalen
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Internationale hoven en tribunalen komen niet in aanmerking voor financiering onder
dit beleidskader.
D.9. Track record
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De aanvrager, dan wel penvoerder en mede-indieners gezamenlijk, zijn in staat gebleken
om geplande outputs en outcomes te realiseren. Ook beschikt de aanvrager, dan wel
penvoerder en mede-indieners gezamenlijk, over minimaal 2 jaar ervaring met de thematiek
benoemd onder de algemene doelstelling en in de voorgestelde landen dan wel wereldwijd
indien de aanvraag een wereldwijde scope heeft.
Voor het aantonen dat wordt voldaan aan dit drempelcriterium geldt dat ook de ervaring
mag worden opgevoerd die door medewerkers, die op het moment van indienen van de aanvraag
in dienst zijn bij de aanvrager/penvoerder of een mede-indiener, is opgedaan in een
eerder dienstverband met een andere organisatie.
5.2. Drempelcriteria ten aanzien van het project
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
D.10. Thematische focus
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Beoogde activiteiten dragen bij aan de algemene doelstelling van de prioriteit: de
bevordering van de veiligheid van journalisten, met specifieke aandacht voor de bescherming
van journalisten in nood.
D.11. Omvang
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De subsidieaanvraag bedraagt EUR 2 miljoen.
D.12. Tijdvak
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De activiteiten starten niet eerder dan 11 mei 2021, niet later dan 31 december 2021
en worden beëindigd uiterlijk op 31 december 2022. Activiteiten die reeds zijn gestart
op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend komen niet in aanmerking voor subsidie.
D.13. Landen van uitvoering
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De begrote middelen moeten betrekking hebben op outcomes die zijn beoogd ter promotie
en verbetering van de veiligheid van journalisten wereldwijd of in minimaal drie verschillende
landen, niet zijnde Nederland. Hierbij geldt dat aan de beoogde outcomes in ieder
gekozen land minimaal 100% / (aantal landen in de aanvraag x 2) van de totale begroting
wordt besteed.
D.14. Uitgesloten activiteiten
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd betreffen geen:
-
• initiatieven die proselitisme (mede) beogen;
-
• financiering van commerciële dienstverlening, investeringen of commerciële activiteiten;
-
• activiteiten waarvoor reeds rechtstreeks of middellijk een subsidie of bijdrage ten
laste van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt ontvangen;
-
• activiteiten van organisaties die reeds ten laste van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken een instellingssubsidie ontvangen waarvan de werkingsduur zich uitstrekt tot
in het subsidietijdvak waarop onderhavig beleidskader betrekking heeft;
-
• activiteiten gericht op de verbetering van de situatie van journalisten in Nederland.
6. Inhoudelijke criteria
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De kwaliteit van een aanvraag wordt aan de hand van de inhoudelijke criteria beoordeeld
en vervolgens uitgedrukt in een score. De aanvraag met de hoogste score wordt geselecteerd.
Om voor subsidieverlening onder het subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten
2021–2022 in aanmerking te kunnen komen dient de aanvraag van voldoende kwaliteit
te zijn.
6.1. Beleidsmatige criteria ten aanzien van het project
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
In de aanvraag dient uiteengezet te worden welke verandering de aanvrager met het
project beoogt te bewerkstelligen die ten dienste staat van de bevordering van de
veiligheid van journalisten, met specifieke aandacht voor de bescherming van journalisten
in nood. Ingediende aanvragen zullen worden beoordeeld op hun beleidsrelevantie aan
de hand van de hiernavolgende criteria.
I.1. Logische samenhang en thematische relevantie
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
a. De mate waarin de opzet van het project gestoeld is op een gedegen context- en actoranalyse,
waaruit een adequate probleemstelling, de voorgestelde (innovatieve) interventiestrategie
en outcomes voortvloeien; daarbij is duidelijk hoe hiermee aan de algemene doelstelling
van het subsidiebeleidskader Veiligheid van journalisten 2021–2022, wereldwijd of
in ieder gekozen land wordt bijgedragen.
-
b. De mate waarin het project haalbaar is en de mate waarin inzichtelijk is gemaakt in
hoeverre uitkomsten uit evaluaties, pilots, studies, etc. bij de opzet van het project
zijn meegenomen.
-
c. De mate waarin het project, waar mogelijk SMART, is uitgewerkt in middelen, activiteiten, outputs, outcomes, assumpties en indicatoren,
waarbij een logische en duidelijk weergegeven samenhang bestaat tussen deze onderdelen.
Het format voor het logframe dat als appendix III gepubliceerd is op de website moet worden aangehouden waarbij tevens op duidelijke wijze aansluiting met de begroting/het
budget is gemaakt.
I.2. Relevantie van de gekozen landen en regio’s
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De mate waarin:
-
a. de mensenrechtensituatie in de gekozen landen een interventie legitimeert;
-
b. de rechtstaat functioneert in de gekozen landen;
-
c. de gekozen landen een logische combinatie vormen;
-
d. het project in de gekozen landen een meerwaarde heeft.
Voor aanvragen met een wereldwijde focus geldt dit criterium ten aanzien van de wijze
waarop landen of regio’s aan het begin van het project zullen worden geselecteerd.
I.3. Lokale uitvoerende organisaties
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Indien er wordt samengewerkt met (een) reeds bekende lokale uitvoerende organisatie(s)
(zoals bedoeld in D.4), de mate waarin deze lokale uitvoerende organisatie(s):
I.4. Duurzaamheid
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De mate waarin het project duurzaam is: het heeft een langdurig effect voor de uiteindelijke
doelgroep en/of het draagt bij aan de institutionele capaciteitsopbouw van lokale
uitvoerende organisatie(s) en/of het draagt bij aan de versterking van de rechtsstaat
en/of het draagt bij aan de vergroting van publieke steun voor de bescherming van
persvrijheid en de veiligheid van journalisten.
6.2. Technische criteria voor het project en de organisatie
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
I.5. Gehanteerde PM&E-systematiek
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De mate waarin de gehanteerde Planning Monitoring & Evaluatie systematiek toereikend
is voor het bewaken van de voortgang en de bijsturing t.a.v. middelen, activiteiten,
outputs, outcomes en onderliggende assumpties.
I.6. Risicomanagement
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De mate waarin er gedurende het project sprake is van (1) een adequate analyse van
de interne en externe risico’s – waaronder digitale risico’s en risico’s met betrekking
tot informatiebeheer – en resultaten voor de uitvoerende organisatie en de activiteiten,
en (2) stappen om de risico’s zoveel mogelijk te beperken.
I.7. Begroting en proportionaliteit
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De mate waarin het project een helder en realistisch verband legt tussen de benodigde
middelen, de uit te voeren activiteiten en de te realiseren outputs en outcomes. De
begroting is tevens zichtbaar te relateren aan het logframe.