Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
In deze regeling wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
-
cliënt: verzekerde, als bedoeld in artikel 2.1.1 en artikel 2.1.2 Wlz, die op grond van een CIZ-indicatie zijn aanspraak op Wlz-zorg realiseert.
-
context: cliëntsituatie en -omgeving.
-
crisis en ondersteuningsteam (COT): een team waarvan de hulp ingeroepen kan worden via de crisisregisseur indien sprake
is van een crisis bij een cliënt. Een crisis- en ondersteuningsteam (COT) is een multidisciplinair
team, samengesteld uit ervaren professionals uit de sectoren verstandelijk gehandicaptenzorg
(vg) en de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Het COT richt zich op het aanvullen
van de kennis en expertise van een zorgaanbieder bij het omgaan met en voorkomen van
crisissituaties en biedt nazorg aan de zorgaanbieder. Het COT geeft verbeteradviezen
aan de zorgaanbieder waar de crisis plaatsvond om deze te versterken en de context
te verbeteren.
-
crisis waarop COT ingezet kan worden: het COT kan alleen ingezet worden bij een crisis waarvoor binnen 48 uur een interventie
noodzakelijk is. Het gaat bij de inzet van het COT niet om een acute crisis. Een acute
crisis wordt gedefinieerd als een noodsituatie waar per direct een oplossing voor
moet komen.
-
crisisregisseur: de crisisregisseur is onafhankelijk en vervult in een regio de coördinerende rol
voor de crisisaanvragen. In geval van een crisis waarbij handelingsverlegenheid is
ontstaan, neemt de zorgaanbieder contact op met de crisisregisseur van de regio. De
crisisregisseur maakt de keuze voor inzet COT, crisisplaatsing of een combinatie hiervan.
-
declaratie: rekening van de zorgaanbieder aan het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder voor de verrichte
zorgprestatie(s).
-
declaratieperiode: een periode van vier weken of een kalendermaand waarover de zorgaanbieders de geleverde
zorg declareren, overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraken met het zorgkantoor/de
Wlz-uitvoerder.
-
deeltijdverblijf (dtv) verblijf in de instelling zonder behandeling gedurende gemiddeld 3½, 4, of 4½ etmalen
per week via een vast patroon binnen een tijdspanne van 14 etmalen.
-
instelling voor medisch specialistische zorg: een instelling als bedoeld in artikel 1.2 aanhef en onder nummer 1 van het Uitvoeringsbesluit WTZi.
-
modulaire prestatie: als modulaire prestatie worden aangemerkt de in de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen
en tarieven modulaire zorg 2020, vastgestelde prestaties.
-
nacalculatieformulier: het formulier waarin de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder de totaal
financieel gerealiseerde productie, de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget
verpleeghuiszorg en de totaal financiële realisatie van de overige onderdelen kunnen
invullen.
-
nacalculatie-opgave: de opgave tot nacalculatie die door de zorgaanbieder en/of het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder
bij de NZa wordt ingediend. Voor deze opgave maken de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de
Wlz-uitvoerder gebruik van het nacalculatieformulier.
-
onderaanneming of uitbesteding: er is sprake van onderaanneming of uitbesteding wanneer een door het zorgkantoor/de
Wlz-uitvoerder gecontracteerde zorgaanbieder de gecontracteerde zorg laat uitvoeren
door een andere zorgaanbieder.
-
penvoerder: zorgaanbieder die verantwoordelijk is voor de registratie en declaratie van de ureninzet
van het COT. Deze zorgaanbieder regelt de inzet van het COT per geval. Per regio is
een penvoerder aangewezen.
-
rekenkundige methode: de rekenkundige methode houdt in dat bedragen waarbij het derde cijfer achter de
komma vijf of hoger is, worden afgerond naar het naastliggende hogere bedrag in hele
eurocenten. Bedragen waarbij dit een vier of lager is, worden afgerond naar het naastliggende
lagere bedrag in hele eurocenten.
-
tweezijdige indiening van een nacalculatie-opgave: van tweezijdige indiening van een nacalculatie-opgave is sprake als:
-
– zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder gezamenlijk eensluidend indienen; zorgaanbieder
en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben overeenstemming;
-
– zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder ieder afzonderlijk indienen en de indieningen
eensluidend zijn; zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben overeenstemming.
Een anders dan tweezijdig ingediende opgave nacalculatie beschouwt de NZa als eenzijdig.
-
verblijfscomponent: prestatie voor het verblijf van een niet-geïndiceerde partner, vastgesteld in de
Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig
pakket thuis 2020 en de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire
zorg 2020.
-
verkeerde bed: het noodgedwongen verblijf in een instelling voor medisch specialistische zorg na
een opname in deze instelling, dat tot stand komt doordat er geen mogelijkheid is
tot opname in een instelling die Wlz-zorg met verblijf biedt.
-
verkeerde bed-dag: een te registreren kalenderdag, welke minimaal één overnachting in een verkeerd bed
omvat.
-
Wlz-uitvoerder: de rechtspersoon die geen zorgverzekeraar is en die zich overeenkomstig artikel 4.1.1 van de Wlz heeft aangemeld voor de uitvoering van de Wlz, daaronder begrepen de met toepassing
van artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz door de Minister van VWS aangewezen uitvoerder.
-
zorgaanbieder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent,
als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 1°, Wmg.
-
zzp: een zorgzwaartepakket bestaande uit een volledig pakket van verblijfszorg dat aansluit
op de kenmerken van de cliënt en het soort zorg dat die cliënt nodig heeft.
-
zzp-meerzorg: zzp-meerzorg is een declarabele prestatie voor de bekostiging van zorg zoals bepaald
in artikel 3.1.1, tweede lid, van het Besluit langdurige zorg en artikel 2.2 van de Regeling langdurige zorg. Zzp-meerzorg is zorg die aanvullend op een zzp, vpt of mpt wordt geleverd.
De prestatie staat omschreven in de Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarief zzp-meerzorg
Wlz.
Artikel 2. Doel van de regeling
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
Deze regeling beoogt inzichtelijke, rechtmatige declaraties te bevorderen en dubbele
declaraties te voorkomen. Tevens beoogt deze regeling aan te geven welke informatie
zorgaanbieders aan de NZa moeten verstrekken voor de definitieve vaststelling van
de aanvaardbare kosten Wlz.
Artikel 3. Reikwijdte
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
Deze regeling is, met uitzondering van artikel 6, van toepassing op zorgaanbieders die op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) zijn toegelaten voor persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding of behandeling
als bedoeld in de Wet langdurige zorg (Wlz) en die zorg of een dienst leveren als omschreven bij of krachtens de Wlz.
Deze regeling is, met uitzondering van de artikelen 4, 5, 7, 8 en 9, tevens van toepassing op instellingen voor medisch specialistische zorg die op grond
van de WTZi zijn toegelaten voor persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding of behandeling
als bedoeld in de Wlz en die zorg of een dienst leveren in combinatie met verblijf als omschreven bij of
krachtens de Wlz.
Deze regeling is, met uitzondering van artikel 6, tevens van toepassing op een natuurlijk persoon, indien en voor zover deze persoon
één of meer van de navolgende vormen van zorg levert: persoonlijke verzorging, verpleging,
begeleiding of behandeling als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wlz.
Deze regeling is voor wat betreft de prestatie huishoudelijke hulp tevens van toepassing
op zorgaanbieders voor zover zij een dienst leveren als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Wlz, aan cliënten met een modulair pakket thuis (mpt).
Deze regeling is, met uitzondering van de artikelen 5 en 6, tevens van toepassing op zorgaanbieders voor zover zij logeren leveren als bedoeld
in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel g, van de Wlz.
Deze regeling is voor wat betreft het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg van toepassing
op zorginstellingen die zorg leveren aan cliënten met een VV-profiel 4 en hoger via
een zorgzwaartepakket (zzp) of een volledig pakket thuis (vpt).
Artikel 4. Declaratievoorschriften Wlz-zorg
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
-
2 Declaratie afwezigheidsdagen bij zzp
-
a. Zorgaanbieders declareren de prestaties voor zover deze daadwerkelijk zijn geleverd.
-
b. Voor de bekostiging van de prestaties zzp, verblijfscomponent-niet geïndiceerde partner,
logeren, klinisch intensieve behandeling (kib) en alle toeslagen als bedoeld in artikel
6 en 7 van de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten
en volledig pakket thuis 2020 geldt als voorwaarde dat de cliënt aanwezig is in de
instelling.
-
c. In afwijking van artikel 4, tweede lid, onder b, geldt voor afwezigheid het volgende:
Voor cliënten die aangewezen zijn op een zzp-prestatie komen de volgende dagen in
aanmerking voor bekostiging ter hoogte van het afgesproken tarief met ingang van de
eerste volledige dag van afwezigheid van de cliënt:
-
1° De dagen dat een cliënt tijdelijk is opgenomen bij een andere zorgaanbieder of op
een andere locatie van de zorgaanbieder binnen dezelfde rechtspersoon, en daar verblijft
voor:
-
– Wlz-zorg met behandeling (zzp inclusief behandeling) waarbij de cliënt eerder alleen
Wlz-verblijf zonder behandeling ontving (zzp-exclusief behandeling);
-
– Revalidatiezorg waaronder ook wordt verstaan geriatrische revalidatiezorg zoals omschreven
in de Zvw en VV herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging (vv9b) zoals omschreven
in de Wlz;
-
– Gespecialiseerde ggz;
-
– Medisch specialistische zorg.
Indien de cliënt waarop een situatie van toepassing is zoals bedoeld onder 1° naar
verwachting langer dan 91 dagen afwezig is, moet het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder
binnen de periode van 91 dagen toestemming hebben verleend voor een verlenging van
de periode waarin afwezigheid wordt bekostigd.
-
2° De dagen dat een cliënt tijdelijk afwezig is door vakantie of detentie met een maximum
van 14 aaneengesloten dagen per keer. Het aantal weekenddagen in de aaneengesloten
vakantieperiode tellen hierin mee. De dagen worden alleen bekostigd indien de cliënt
voor de vakantie of detentie reeds 14 dagen verbleef bij de instelling. Per kalenderjaar
kunnen niet meer dan 42 afwezigheidsdagen als gevolg van vakantie of detentie worden
bekostigd.
-
3° De dagen dat een cliënt die als leerling voor dagonderwijs staat ingeschreven en dit
onderwijs ook daadwerkelijk volgt tijdelijk afwezig is door vakantie. Er worden niet
meer afwezigheidsdagen bekostigd dan de wettelijke vakantieduur.
-
4° De maximaal twee aaneengesloten dagen dat een cliënt afwezig is in een periode van
zeven dagen (maandag tot en met zondag), voorheen weekendverlof.
-
d. De in artikel 4, tweede lid, onder c, genoemde uitzonderingen hebben geen betrekking
op de toeslagen die zijn vermeld in artikel 7 van de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen
en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2020, met uitzondering van
de toeslagen woonzorg ghz (Z978, Z979 en Z980).
De in artikel 4, tweede lid, onder c, genoemde uitzonderingen hebben ook geen betrekking
op:
-
– afzonderlijk afgesproken dagbesteding;
-
– vervoer naar dagbesteding/dagbehandeling;
-
– afzonderlijk afgesproken behandeling;
-
– deeltijdverblijf (dtv).
-
3 Declaratie afwezigheidsdagen bij vpt
-
a. Voor de bekostiging van de prestaties vpt, dagbesteding, behandeling en alle toeslagen
als genoemd in deze beleidsregel geldt als voorwaarde dat de prestatie daadwerkelijk
geleverd is.
Dit houdt in dat afwezigheid niet wordt bekostigd. Onder afwezigheid wordt verstaan
dat de cliënt niet verblijft op zijn/haar woonadres.
-
b. In afwijking van artikel 4, derde lid, onder a, geldt voor afwezigheid het volgende:
Voor cliënten die aangewezen zijn op of als leveringsvorm hebben gekozen voor een
vpt-prestatie komen de volgende dagen in aanmerking voor bekostiging ter hoogte van
het afgesproken vpt-tarief met ingang van de eerste dag van afwezigheid van de cliënt:
-
1° De dagen dat een cliënt tijdelijk is opgenomen bij een zorgaanbieder en daar verblijft
voor:
-
– Wlz-zorg met behandeling (zzp inclusief behandeling);
-
– Revalidatiezorg waaronder ook wordt verstaan geriatrische revalidatiezorg zoals omschreven
in de Zvw en VV herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging (vv9b) zoals omschreven
in de Wlz;
-
– Gespecialiseerde ggz of;
-
– Medisch specialistische zorg.
Indien de cliënt waarop een situatie van toepassing is zoals bedoeld onder a) naar
verwachting langer dan 91 dagen afwezig is moet het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder
binnen de periode van 91 dagen toestemming hebben verleend voor een verlenging van
de periode waarin afwezigheid wordt bekostigd.
-
2° De dagen dat een cliënt tijdelijk afwezig is door vakantie, tijdelijk verblijf bij
familie, logeren in verband met het ontlasten van de mantelzorger, of detentie met een maximum van 14 aaneengesloten dagen per keer. Het aantal weekenddagen
in de aaneengesloten afwezigheidsperiode telt hierin mee. De dagen worden alleen bekostigd
indien de cliënt voorafgaand aan de afwezigheidsperiode reeds 14 dagen zijn vpt-dagen
ontving. Per kalenderjaar kunnen niet meer dan 42 afwezigheidsdagen als gevolg van
bovengenoemde worden bekostigd, met uitzondering van verblijf bij familie in de weekenden.
De in artikel 4, derde lid, onder b, genoemde uitzonderingen hebben geen betrekking
op de toeslagen die zijn vermeld in artikel 7 van de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen
en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2020, met uitzondering van
de toeslagen woonzorg ghz (V978, V979 en V980).
De in artikel 4, derde lid, onder b, genoemde uitzonderingen hebben ook geen betrekking
op:
-
– afzonderlijk afgesproken dagbesteding;
-
– vervoer naar dagbesteding;
-
– afzonderlijk afgesproken behandeling.
-
4 Onderaanneming of uitbesteding
Indien sprake is van onderaanneming of uitbesteding wordt de prestatie alleen in rekening
gebracht door de zorgaanbieder die door het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder voor de
betreffende prestatie is gecontracteerd. De zorgaanbieder die de zorg in onderaanneming
uitvoert of aan wie de zorgverlening is uitbesteed, mag noch een afzonderlijke prestatie
noch een deel van de prestatie in rekening brengen aan het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.
-
6 Overbruggingszorg sglvg en lvg
Zorgaanbieders die op basis van de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven
zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2020 overbruggingszorg sglvg en lvg
declareren moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
-
– De overbruggingszorg kan alleen worden toegekend aan cliënten die een sglvg- of lvg-indicatie
hebben gehad en vervolgens zijn geherindiceerd naar een andere Wlz-indicatie. Overbruggingszorg
kan alleen worden gedeclareerd indien er na de herindicatie nog geen passende plaats
beschikbaar is voor de betreffende cliënt.
-
– De overbruggingszorg geldt vanaf de dag dat de sglvg- of lvg-indicatie afloopt tot
aan de dag dat de cliënt verhuist naar een passende Wlz-instelling.
-
– Overbruggingszorg kan worden toegekend voor een periode van 13 weken. Indien na 13
weken nog geen bij de nieuwe indicatie passende plaats voor de cliënt is gevonden,
kan deze eenmalig worden verlengd met nogmaals 13 weken. Zorgaanbieder en zorgkantoor
dienen hierover af te stemmen.
Artikel 5. Administratie- en declaratievoorschriften zzp-meerzorg
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
Artikel 6. Declaratievoorschrift Verkeerde bed Wlz
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
-
1 Wijze van declareren
-
a. Een vergoeding voor het ‘Verkeerde bed’ kan in rekening worden gebracht vanaf de dag
dat de indicatie voor medisch specialistische zorg met verblijf in een instelling
is beëindigd, het CIZ een Wlz-indicatie (als bedoeld in artikel 3.2.3. van de Wet langdurige zorg) heeft vastgesteld en de patiënt noodgedwongen in de instelling voor medisch specialistische
zorg moet blijven. Het noodgedwongen verblijf ontstaat doordat de cliënt niet terecht
kan in een geschikte Wlz-instelling.
-
b. Een vergoeding voor het ‘Verkeerde bed’ is niet van toepassing op cliënten die voorafgaand
aan de opname in de instelling voor medisch specialistische zorg, zorg met verblijf
ontvingen op grond van de Wlz.
Deze cliënten kunnen immers terugkeren naar hun Wlz-verblijfsaanbieder.
Er kan zich een situatie voordoen waarin een cliënt vanwege een nieuwe, zwaardere
Wlz-herindicatie niet kan terugkeren naar zijn Wlz-verblijfsaanbieder, omdat die Wlz-aanbieder
de desbetreffende zorg niet levert. Voor elke dag dat er – in het uiterste geval –
nog geen plek bij een andere Wlz-instelling (dat wil zeggen: andere rechtspersoon)
beschikbaar is en de cliënt noodgedwongen in de instelling voor medisch specialistische
zorg moet blijven, mag een verkeerde beddag worden gedeclareerd.
-
c. De vergoeding kan wel in rekening worden gebracht wanneer een cliënt, die voorafgaand
aan de opname vpt of mpt ontving, na beëindiging van de indicatie gedwongen in de
instelling voor medisch specialistische zorg dient te blijven doordat het verlenen
van zorg thuis niet meer als verantwoordelijk wordt gezien.
-
d. Het tarief dat in rekening mag worden gebracht, is een integraal tarief.
-
e. De zorgaanbieders mogen het in deze beleidsregel genoemde tarief slechts in rekening
brengen als zij over een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) beschikken.
-
f. Het tarief dat op grond van de tariefbeschikking‘Verkeerde bed Wlz’ in rekening wordt gebracht, is een maximumtarief.
-
g. De tariefbeschikking‘Verkeerde bed Wlz’ is niet van toepassing op zorgprestaties die in het kader van onderlinge dienstverlening
door de ene zorgaanbieder aan de andere zorgaanbieder in rekening worden gebracht.
-
h. Zorgaanbieders maken bij declaratie aan zorgkantoren/Wlz-uitvoerders in de factuur
duidelijk inzichtelijk welke prestatie in rekening wordt gebracht en welk tarief daarbij
wordt gehanteerd. De declaratie vindt plaats op cliëntniveau. Het declaratieoverzicht
bestaat uit een overzicht met het aantal geleverde dagen zorg per cliënt, het daarbij
behorende gehanteerde tarief en het totaalbedrag per declaratieperiode.
-
i. Wanneer er sprake is van onderaanneming of uitbesteding wordt de prestatie alleen
in rekening gebracht door de zorgaanbieder die door het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder
voor de betreffende prestatie is gecontracteerd als bedoeld in artikel 7 (Tarifering
onderlinge dienstverlening Wlz) van de Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020. De
zorgaanbieder die de zorg in onderaanneming uitvoert of aan wie de zorgverlening is
uitbesteed, mag noch een afzonderlijke prestatie noch een deel van de prestatie in
rekening brengen aan het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.
Artikel 7. Administratie- en declaratievoorschriften inzet crisis- en ondersteuningsteam
(COT)
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
Artikel 8. Administratieve organisatie en interne controle Wlz-zorgaanbieders
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
-
3 Vastlegging van onderaanneming c.q. uitbesteding
De zorgaanbieder legt vast of, en zo ja, in welke mate er sprake is van onderaanneming
c.q. uitbesteding van Wlz-zorg. De zorgaanbieder verstrekt deze informatie aan het
zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.
In het kader van onderaanneming c.q. uitbesteding is de opdrachtgevende zorgaanbieder
er voor verantwoordelijk dat de uitvoerende zorgaanbieder beschikt over een volledige,
juiste en actuele administratie met betrekking tot de zorg die door de uitvoerende
zorgaanbieder is geleverd. Op verzoek van de opdrachtgevende zorgaanbieder, de NZa
en/of de Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor zal de uitvoerende zorgaanbieder de administratie
met betrekking tot de geleverde zorg te allen tijde inzichtelijk kunnen maken.
In het kader van onderaanneming c.q. uitbesteding is de opdrachtgevende zorgaanbieder
er voor verantwoordelijk dat de administratieve organisatie zodanig ingericht is,
dat te allen tijde een audit-trail mogelijk is met betrekking tot de zorg die door
de uitvoerende zorgaanbieder is geleverd.
-
4 Interne controle
-
a. De zorgaanbieder voert een interne controle uit op de gevoerde administratie. De controle
richt zich op de vereisten zoals die in deze regeling met betrekking tot de verplichte
administratie zijn gesteld.
-
b. De interne controlefunctie omvat de controle op:
-
1° de juistheid van de gedeclareerde productie, waarbij wordt vastgesteld dat:
-
– de gedeclareerde zorg feitelijk is geleverd aan de cliënt;
-
– de cliënt over een geldig indicatiebesluit beschikt; en
-
– voor zover het gaat om modulaire zorg: de gedeclareerde zorg binnen het indicatiebesluit
is geleverd.
-
2° het gedeclareerde tarief, waarbij wordt vastgesteld dat dit tarief overeenkomt met
het door partijen contractueel overeengekomen tarief en dat dit tarief binnen de grenzen
blijft van het door de NZa in de tariefbeschikking vastgelegde bedrag(en), tariefsoort
of berekeningswijze voor die prestatie.
-
c. De interne controle moet zijn gebaseerd op een risico-analyse waarbij wordt getoetst
in hoeverre de risico's door de interne beheersing zijn afgedekt. Aanvullende controles
moeten worden verricht op posten waar nog een resterend risico aanwezig is.
-
d. De zorgaanbieder moet bij de uitvoering van zijn controle rekening houden met een
betrouwbaarheid van 95% en een nauwkeurigheid van 99%. Bij de uitvoering van de controle
of de gedeclareerde zorg daadwerkelijk aan de cliënt is geleverd en of deze zorg,
gelet op de indicatie, voor de cliënt passend is, kan worden volstaan met een nauwkeurigheid
van 95%. De hantering van deze percentages kan naast kwantitatief ook kwalitatief
onderbouwd worden.
-
e. De controleaanpak, de uitgevoerde controlewerkzaamheden en de controlebevindingen
worden door de interne controle afdeling/functionaris vastgelegd. Controlebevindingen
worden periodiek gerapporteerd aan de bestuurder. Ook moet er, indien nodig, een aantoonbare
vastlegging aanwezig zijn van de ondernomen vervolgacties en de opvolging hiervan.
-
f. Artikel 8, vierde lid, is niet van toepassing op zelfstandige zorgverleners zonder
personeel.
-
5 Controleverklaring
-
a. De zorgaanbieder stelt in de nacalculatie-opgave 2020 een verantwoording op over het
totaalbedrag van de gerealiseerde productie en overige onderdelen (totaal financieel
gerealiseerde productie en totaal financiële realisatie overige onderdelen) met behulp
van het door de NZa voorgeschreven nacalculatieformulier 202020.
De zorgaanbieder geeft een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opdracht tot het uitvoeren van een accountantsonderzoek naar de juistheid van bovengenoemde
verantwoording. De vragenlijst controleprotocol en eventuele toelichting maken ook
deel uit van de verantwoording. Voor het onderdeel gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget
verpleeghuiszorg is geen controleverklaring vereist. De accountant voert zijn onderzoek
uit op basis van de voorschriften van het bij deze regeling behorende Controleprotocol
nacalculatie 2020 Wlz-zorgaanbieders. De accountant geeft een controleverklaring af
bij de nacalculatie-opgave 2020. De zorgaanbieder stuurt de nacalculatie-opgave 2020
met de bijbehorende controleverklaring aan het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.
Voor de precieze procesgang rondom de verantwoording via het nacalculatieformulier
2020 wordt verwezen naar het Controleprotocol nacalculatie 2020 Wlz-zorgaanbieders,
artikel 9 van deze regeling en artikel 5 (nacalculatie-opgave 2020) van de Beleidsregel bekostigingscyclus
Wlz 2020.
-
b. Voor zelfstandige zorgverleners zonder personeel geldt dat zij voor 1 juni 2021 wel
een nacalculatie-opgave 2020 bij de NZa moeten indienen, maar dat zij geen controleverklaring
bij de nacalculatie-opgave hoeven te overleggen.
-
c. Bij zorgaanbieders met een totaal financieel gerealiseerde productie van nul en waarbij
de totaal financiële realisatie overige onderdelen ook nul bedraagt, geldt dat zij
voor 1 juni 2021een nacalculatie-opgave 2020 (nulopgave) bij de NZa moeten indienen.
Deze zorgaanbieders hoeven geen controleverklaring bij de nacalculatie 2020 te overleggen.
Bovendien hoeft de gehele nacalculatieopgave 2020 en eventuele toelichting behorende
bij de nacalculatieopgave 2020 niet te worden beoordeeld en gewaarmerkt door een accountant.
Artikel 9. Informatieverstrekking definitieve vaststelling aanvaardbare kosten Wlz
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
-
2 Uitzonderingspositie zelfstandige zorgverleners zonder personeel
Voor zelfstandige zorgverleners zonder personeel geldt dat zij voor 1 juni 2021 wel
een nacalculatie-opgave 2020 bij de NZa moeten indienen, maar dat zij geen controleverklaring
bij de nacalculatie-opgave hoeven te overleggen. In zoverre vindt de controle van
de totaal financieel gerealiseerde productie 2020 alleen plaats door het zorgkantoor/de
Wlz-uitvoerder.
Bovendien hoeft de gehele nacalculatie-opgave 2020 en eventuele toelichting(en) behorende
bij de nacalculatie-opgave 2020, niet te worden beoordeeld en gewaarmerkt door een
accountant.
-
4 Controleverklaring
-
a. Algemeen
De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek een uitspraak doet over de juistheid van de verstrekte gegevens en inlichtingen als
bedoeld in artikel 4 en dit bevestigt, op de wijze als beschreven in artikel 5 (nacalculatie-opgave 2020)
van de Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020, het Controleprotocol nacalculatie
2020 Wlz-zorgaanbieders en artikel 8 van deze regeling.
-
b. Zorgaanbieder met nul productie
Bij zorgaanbieders met een totaal financieel gerealiseerde productie van nul en waarbij
de totaal financiële realisatie overige onderdelen ook nul bedraagt, geldt dat zij
voor 1 juni 2021 een nacalculatie-opgave 2020 (nulopgave) bij de NZa moeten indienen.
Deze zorgaanbieders hoeven geen controleverklaring bij de nacalculatie 2020 te overleggen.
Bovendien hoeft de gehele nacalculatie-opgave 2020 en eventuele toelichting behorende
bij de nacalculatie-opgave 2020 niet te worden beoordeeld en gewaarmerkt door een
accountant.
-
5 Gebruik eigen informatie
Wanneer een zorgaanbieder de gegevens en inlichtingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, niet, niet tijdig of niet volledig verstrekt aan de NZa, kan de NZa op grond van
artikel 69 Wmg eigen informatie gebruiken om over te gaan tot definitieve vaststelling van de aanvaardbare
kosten Wlz 2020 voor de desbetreffende zorgaanbieder.
-
6 Handhaving
Wanneer een zorgaanbieder de gegevens en inlichtingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, niet, niet tijdig of niet volledig indient bij de NZa, kan de NZa op grond van hoofdstuk 6 van de Wmg handhavend optreden.
Artikel 11. Toepasselijkheid voorafgaande regeling, bekendmaking, inwerkingtredingen citeertitel
[Regeling vervallen per 09-06-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020]
Toepasselijkheid voorafgaande regeling
De Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking
Wlz 2019, met kenmerk NR/REG-1901b, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten)
van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regelingen vielen en die zijn
aangevangen – en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold.
Inwerkingtreding / Bekendmaking
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020. Deze regeling wordt
bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant op grond van artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg.
Voorbehoud
De Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking
Wlz 2020 wordt door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van inwerkingtreding van de
wijziging van de Rlz, waarbij met ingang van 2020 een overbruggingsregeling omtrent de instroom van lvg-
en sglvg-cliënten, en deeltijdverblijf mogelijk worden gemaakt.
In het geval de bovengenoemde wijziging geen doorgang zal vinden, of in een andere
vorm dan op het moment van vaststellen van deze regeling bij de NZa bekend is, zal
de NZa een gewijzigde regeling vaststellen. Dit betekent dat indien de NZa geen regeling
heeft vastgesteld die de voorliggende vervangt, de voorliggende regeling onverkort
van toepassing is.
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften
en informatieverstrekking Wlz 2020.