Regeling tijdelijke aanwijzing bevoegde gerechten voor bodemzaken rijksbelastingen

[Regeling vervallen per 01-09-2022.]
Geraadpleegd op 28-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-05-2021 en zichtdatum 10-07-2024.
Geldend van 01-09-2019 t/m 31-08-2022

Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 10 september 2019, nr. 2689094 houdende de tijdelijke aanwijzing van bevoegde gerechten als bedoeld in de artikelen 46a en 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie voor bodemzaken rijksbelastingen (Regeling tijdelijke aanwijzing bevoegde gerechten voor bodemzaken rijksbelastingen)

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op de artikelen 46a en 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie;

Gehoord de Raad voor de Rechtspraak;

BESLUIT

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-09-2022]

De rechtbank Den Haag wordt aangewezen als andere rechtbank als bedoeld in artikel 46a van de Wet op de rechterlijke organisatie voor bodemzaken rijksbelastingen die aanhangig zijn gemaakt bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-09-2022]

Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch wordt aangewezen als een ander gerechtshof als bedoeld in artikel 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie voor zaken in hoger beroep tegen beslissingen in bodemzaken rijksbelastingen die ingevolge artikel 1 zijn gedaan door de rechtbank Den Haag.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-09-2022]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2019 en vervalt met ingang van 1 september 2022.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-09-2022]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tijdelijke aanwijzing bevoegde gerechten voor bodemzaken rijksbelastingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

’s-Gravenhage, 10 september 2019

De Minister voor Rechtsbescherming,

S. Dekker

Naar boven