Ten aanzien van het hierboven gestelde gelden de navolgende voorwaarden, voorschriften
en/of beperkingen:
-
1. De tarieven die op grond van deze beschikking in rekening mogen worden gebracht, zijn
integrale tarieven.
-
2. De zorgaanbieders, hierboven genoemd onder de nummers 1 tot en met 6, mogen de in
deze beschikking genoemde (integrale) tarieven slechts in rekening brengen, indien
en voor zover zij voldoen aan de definitie van ‘zorgverlener’.
-
3. Indien een zorgverlener, een instelling is, dan mag die instelling de in deze beschikking
genoemde (integrale) tarieven slechts in rekening brengen, indien en voor zover hij
over een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) beschikt.
-
4. Indien een zorgverlener een solist is, dan mag die solist de in deze beschikking genoemde
(integrale) tarieven slechts in rekening brengen, indien en voor zover hij in het
bezit is van een door de NZa afgegeven individuele beschikking als bedoeld in artikel
15, lid 2, van de Beleidsregel prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg,
respectievelijk artikel 31, lid 3, van de Regeling medisch-specialistische zorg.
-
5. In aanvulling op de voorschriften 2, 3 en 4 geldt dat de in die voorschriften bedoelde
zorgverleners tevens ‘eigen zorgverleners’ dienen te zijn om de in deze beschikking
genoemde (integrale) tarieven rechtsgeldig in rekening te kunnen brengen.
-
6. De (integrale) tarieven die op grond van deze beschikking in rekening worden gebracht,
zijn maximumtarieven, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder c, van de Wmg, voor zover betrekking hebbend op geleverde zorgprestaties in het gereguleerde segment
(A-segment), en zijn vrije tarieven, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder
a, van de Wmg, voor zover betrekking hebbend op geleverde zorgprestaties in het vrije
segment (B-segment).
-
7. De maximumtarieven die op grond van deze beschikking voor prestaties in het gereguleerde
segment in rekening mogen worden gebracht (met uitzondering van de add-on geneesmiddelen,
ozp-stollingsfactoren, en een beperkte set prestaties die op grond van de tarieven
in de eerste lijn, in de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg en in de forensische
zorg van een tarief worden voorzien), kunnen ten hoogste met 10% worden verhoogd indien
hieraan een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en zorgverzekeraar
ten grondslag ligt. Een max-max tarief kan alleen in rekening worden gebracht aan:
-
– de ziektekostenverzekeraar met wie het verhoogde maximumtarief is overeengekomen of;
-
– de verzekerde ten behoeve van wie een zorgverzekering is gesloten bij een zorgverzekeraar
met wie een zodanig maximumtarief schriftelijk is overeengekomen.
-
8. Deze tariefbeschikking is niet van toepassing op zorgprestaties die in het kader van onderlinge dienstverlening
als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, van de Beleidsregel prestaties en tarieven
medisch-specialistische zorg en de Regeling medisch-specialistische zorg, door de
ene zorgaanbieder aan de andere zorgaanbieder in rekening worden gebracht.
-
9. Op tarieven die betrekking hebben op dbc-zorgproducten en/of overige zorgproducten,
die vóór 1 januari 2019 zijn geopend, maar na 1 januari 2019 in rekening worden gebracht
(de zgn. overloop dbc’s 2018-2019), is de tariefbeschikking van 12 september 2017
met kenmerk TB/REG-18605-02, inclusief de daarin opgenomen voorwaarden, voorschriften
en beperkingen, van toepassing.
-
10. Dbc-zorgproducten voor gespecialiseerde brandwondenzorg (dbc-zorgproductcodes 979004001
t/m 979004017) mogen uitsluitend in rekening worden gebracht door instellingen die
een beschikbaarheidsbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wmg voor brandwondenzorg hebben ontvangen voor het beschikbaar hebben van deze specifieke
vorm van zorg. De klinische dbc-zorgproducten voor gespecialiseerde brandwondenzorg (dbc-zorgproductcodes 979004005,
979004006, 979004009 t/m 979004013 en 979004017) mogen niet in combinatie met andere
dbc-zorgproducten of overige zorgproducten in rekening worden gebracht. Voor ambulante
dbc-zorgproducten voor gespecialiseerde brandwondenzorg geldt deze restrictie niet
(deze mogen dus wel in combinatie met andere dbc-zorgproducten of overige zorgproducten
in rekening worden gebracht).
-
11. Dbc-zorgproducten voor complex chronisch longfalen (dbc-zorgproductcodes 990022034
t/m 990022085) mogen uitsluitend in rekening worden gebracht door derdelijns longcentra
(categorale instellingen voor long-/astmazorg): Centrum voor Revalidatie UMCG locatie
Beatrixoord te Haren, CIRO Expertisecentrum voor Chronisch Orgaanfalen, Radboudumc
Dekkerswald, Revant centrum complex chronisch longfalen te Breda, Merem Behandelcentra
te Hilversum en stichting MC Astmacentrum.
-
12. De declaratiebepalingen (voorschriften, voorwaarden of beperkingen) opgenomen in de
Beleidsregel prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg, respectievelijk
de Regeling medisch-specialistische zorg, zijn – voor zover niet in deze beschikking
genoemd – onverkort van toepassing op zorgaanbieders die op grond van deze beschikking
prestaties en tarieven in rekening wensen te brengen.