Subsidieregeling Tel mee met Taal
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Vragenlijst deelnemer taalcursus voor werknemers
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Vragenlijst 1 – bij start van cursus
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
U volgt een taalcursus.
Wij willen graag weten:
Wat leert u hier van?
Wilt u deze vragenlijst invullen?
U hoeft uw naam niet op te geven.
De docent zet een nummer op het voorblad van deze vragenlijst.
Deze lijst vult u in aan het begin van de cursus.
Na de cursus vult u deze vragenlijst nog een keer in.
Dan zet de organisatie ook dit nummer erop. Dat is voor ons belangrijk.
Dan weten wij welke twee lijsten bij elkaar horen.
Uw naam wordt niet gebruikt.
U kunt dus alles eerlijk invullen.
Dank u wel voor het invullen van deze vragenlijst.
Onderzoeksnummer: .............. (in te vullen door opleider)
Onderdeel 1: Algemene gegevens
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Kruis bij elke vraag het hokje aan dat het beste bij u past.
-
1.1 Ik ben een:
-
1.2 Ik ben:
-
1.3 Hoe oud bent u? (vul uw leeftijd in)
Ik ben .......... jaar
-
1.4 De hoogste opleiding die ik heb afgemaakt:
-
□ Speciaal onderwijs op de basisschool
-
□ De basisschool
-
□ Speciaal onderwijs op de middelbare school / het voortgezet onderwijs
-
□ De middelbare school / het voortgezet onderwijs
-
□ Iets wat lijkt op of gelijk is aan het MBO (Middelbare Beroepsopleiding) van nu
-
□ Iets wat lijkt op of gelijk is aan het HBO (Hogere Beroepsopleiding) van nu
-
□ Iets wat lijkt op of gelijk is aan de Universiteit van nu
-
□ Anders: ..............
-
1.5 Ik heb:
-
□ 5 Jaar of minder op school gezeten
-
□ Tussen de 6 en 10 jaar op school gezeten
-
□ Tussen de 11 en 15 jaar op school gezeten
-
□ Meer dan 16 jaar op school gezeten
-
1.6 Ik heb vroeger:
-
1.7 In welke gemeente woont u? (vul de naam in)
...............
-
1.8 Hoe heet de organisatie waar u nu werkt? (vul de naam in)
..............
-
1.9 In welke plaats is uw organisatie gevestigd? (vul de naam in)
...............
-
1.10 Hoe heet de opleiding die u gaat volgen? (vul de naam in)
-
1.11 Ik ben:
-
□ Werknemer en geef aan niemand leiding
-
□ Werknemer en geef leiding aan 1–5 personen
-
□ Werknemer en geef leiding aan meer dan 5 personen
-
□ Niet van toepassing
-
1.12 Hoe vaak heeft u zich het afgelopen half jaar ziek gemeld?
-
□ Nooit
-
□ 1 keer
-
□ 2 keer
-
□ 3 keer
-
□ 4 keer
-
□ 5 keer
-
□ Meer dan 5 keer
-
1.13 Als u de dagen optelt, hoeveel dagen bent u het afgelopen half jaar dan ziek geweest
(vul het aantal dagen in)
Onderdeel 2a: Taal op het werk
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
U leest een paar uitspraken. Passen deze uitspraken bij u? Dat kan u aangeven door
aan elke uitspraak een cijfer te geven van het cijfer 1 tot en met het cijfer 10
Cijfer 1 betekent: Past helemaal NIET bij mij en cijfer 10 betekent: Past helemaal bij mij. Geef aan elke uitspraak één
cijfer voor hoe goed de uitspraak bij u past en kruis het hokje aan.
|
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
2.1
|
Ik begrijp tijdens de lunchpauze wat collega’s zeggen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.2
|
Ik kan met collega’s een gesprek voeren
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3
|
Ik kan een briefje naar mijn leidinggevende schrijven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.4
|
Ik kan een brief of verslag van het werk lezen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.5
|
Ik kan de veiligheidsinstructies op het werk lezen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.6
|
Ik kan een briefje naar mijn collega’s schrijven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.7
|
Ik kan tegen mijn leidinggevende zeggen dat ik het ergens niet mee eens ben
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.8
|
Ik kan met een collega overleggen over wie welke taken moet doen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.9
|
Ik begrijp in een vergadering wat er gezegd wordt
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.10
|
Ik kan op het werkrooster lezen wanneer ik moet werken
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.11
|
Ik kan formulieren op mijn werk invullen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onderdeel 3A: Wat doe ik?
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
U leest een paar uitspraken. Passen deze uitspraken bij u? Dat kan u aangeven door
aan elke uitspraak een cijfer te geven van het cijfer 1 tot en met het cijfer 10
Cijfer 1 betekent: Past helemaal NIET bij mij en cijfer 10 betekent: Past helemaal bij mij. Geef aan elke uitspraak één
cijfer voor hoe goed de uitspraak bij u past en kruis het hokje aan.
|
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
3.1
|
Ik doe activiteiten buitenshuis
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.2
|
Ik ontmoet voldoende mensen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.3
|
Ik doe nieuwe contacten op
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.4
|
Ik ervaar nieuwe contacten als heel positief
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
3.5
|
Ik ga de natuur in
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.6
|
Ik werk in de tuin
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.7
|
Ik heb voldoende lichaamsbeweging
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.8
|
Ik neem deel aan sportactiviteiten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onderdeel 3B: De mensen om me heen
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Kruis achter elke uitspraak één hokje aan in welke mate de uitspraak bij u past. Kies
nu voor ja, min of meer of nee.
|
uitspraak
|
Ja
|
Min of meer
|
Nee
|
3.9
|
Er is altijd wel iemand in mijn omgeving waar ik naar toe kan met mijn dagelijkse
problemen
|
|
|
|
3.10
|
Ik mis een echte goede vriend of vriendin
|
|
|
|
3.11
|
Ik ervaar een leegte om mij heen
|
|
|
|
3.12
|
Er zijn genoeg mensen waar ik naar toe kan als ik problemen heb
|
|
|
|
3.13
|
Ik mis gezelligheid om mij heen
|
|
|
|
3.14
|
Ik vind mijn kennissenkring te klein
|
|
|
|
3.15
|
Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen
|
|
|
|
3.16
|
Er zijn genoeg mensen met wie ik me nauw verbonden voel
|
|
|
|
3.17
|
Ik mis mensen om mij heen
|
|
|
|
3.18
|
Vaak voel ik me alleen
|
|
|
|
3.19
|
Wanneer ik daar behoefte aan heb kan ik altijd bij mijn vrienden terecht
|
|
|
|
Dank u wel voor het invullen van de vragenlijst
Vragenlijst 2 deelnemer taalcursus voor werknemers
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
(in te vullen na afloop van de cursus)
Vragenlijst 2
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
U heeft deelgenomen aan een taalcursus op het werk.
Wij willen graag weten:
Wat leert u hier van?
Wilt u deze vragenlijst invullen?
U hoeft uw naam niet op te geven.
De docent zet een nummer op het voorblad van deze vragenlijst.
U heeft aan het begin van de taalcursus dezelfde vragenlijst ingevuld.
Daar heeft de docent hetzelfde nummer op gezet. Dat is voor ons belangrijk.
Dan weten wij welke twee lijsten bij elkaar horen.
Uw naam wordt niet gebruikt.
U kunt dus alles eerlijk invullen.
Dank u wel voor het invullen van deze vragenlijst.
Onderzoeksnummer: .............. (in te vullen door opleider)
Onderdeel 1: Algemene gegevens
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Kruis bij elke vraag het hokje aan dat het beste bij u past.
Vraag 1.4, 1.5 en 1.6 worden overgeslagen.
-
1.7 In welke gemeente woont u? (vul de naam in)
..............
-
1.8 Hoe heet de organisatie waar u nu werkt? (vul de naam in)
-
1.9 In welke plaats is uw organisatie gevestigd? (vul de naam in)
Vraag 1.10 en 1.11 worden overgeslagen.
-
1.12 Hoe vaak heeft u zich het afgelopen half jaar ziek gemeld?
-
□ Nooit
-
□ 1 keer
-
□ 2 keer
-
□ 3 keer
-
□ 4 keer
-
□ 5 keer
-
□ Meer dan 5 keer
-
1.13 Als u de dagen optelt, hoeveel dagen bent u het afgelopen half jaar dan ziek geweest
(vul het aantal dagen in)
Onderdeel 2a: Taal op het werk
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
U leest een paar uitspraken. Passen deze uitspraken bij u? Dat kan u aangeven door
aan elke uitspraak een cijfer te geven van het cijfer 1 tot en met het cijfer 10
Cijfer 1 betekent: Past helemaal NIET bij mij en cijfer 10 betekent: Past helemaal bij mij. Geef aan elke uitspraak één
cijfer voor hoe goed de uitspraak bij u past en kruis het hokje aan.
|
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
2.1
|
Ik begrijp tijdens de lunchpauze wat collega’s zeggen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.2
|
Ik kan met collega’s een gesprek voeren
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3
|
Ik kan een briefje naar mijn leidinggevende schrijven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.4
|
Ik kan een brief of verslag van het werk lezen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.5
|
Ik kan de veiligheidsinstructies op het werk lezen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.6
|
Ik kan een briefje naar mijn collega’s schrijven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.7
|
Ik kan tegen mijn leidinggevende zeggen dat ik het ergens niet mee eens ben
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.8
|
Ik kan met een collega overleggen over wie welke taken moet doen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.9
|
Ik begrijp in een vergadering wat er gezegd wordt
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.10
|
Ik kan op het werkrooster lezen wanneer ik moet werken
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.11
|
Ik kan formulieren op mijn werk invullen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onderdeel 2b: Mijn werk
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
U heeft een cursus gevolgd. U heeft nieuwe kennis, vaardigheden en een houding aangeleerd.
In welke mate heeft u dit geholpen? Dat kan u aangeven door aan elke uitspraak een
cijfer te geven van het cijfer 1 tot en met het cijfer 10
Cijfer 1 betekent: Past helemaal NIET bij mij en cijfer 10 betekent: Past helemaal bij mij. Geef aan elke uitspraak één
cijfer voor hoe goed de uitspraak bij u past en kruis het hokje aan.
|
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
2.12
|
Het gebruiken van de nieuwe kennis, vaardigheden en houding heeft me geholpen mijn
werk te verbeteren
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.13
|
Ik kan mijn taken op het werk sneller doen dan voor de cursus
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.14
|
Ik heb mijn taken op het werk sneller gedaan dan voor de cursus
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.15
|
Ik kan mijn taken op het werk beter doen door het gebruiken van nieuwe kennis, vaardigheden
en houding
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.16
|
De kwaliteit van mijn werk is verbeterd na het gebruiken van de nieuwe kennis, vaardigheden
en houding
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.17
|
Ik maak minder fouten tijdens mijn werk als ik nieuwe kennis, vaardigheden en houding
gebruik
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onderdeel 3A: Wat doe ik?
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
U leest een paar uitspraken. Passen deze uitspraken bij u? Dat kan u aangeven door
aan elke uitspraak een cijfer te geven van het cijfer 1 tot en met het cijfer 10
Cijfer 1 betekent: Past helemaal NIET bij mij en cijfer 10 betekent: Past helemaal bij mij. Geef aan elke uitspraak één
cijfer voor hoe goed de uitspraak bij u past en kruis het hokje aan.
|
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
3.1
|
Ik doe activiteiten buitenshuis
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.2
|
Ik ontmoet voldoende mensen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.3
|
Ik doe nieuwe contacten op
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.4
|
Ik ervaar nieuwe contacten als heel positief
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
3.5
|
Ik ga de natuur in
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.6
|
Ik werk in de tuin
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.7
|
Ik heb voldoende lichaamsbeweging
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.8
|
Ik neem deel aan sportactiviteiten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onderdeel 3B: De mensen om me heen
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Kruis achter elke uitspraak één hokje aan in welke mate de uitspraak bij u past. Kies
nu voor ja, min of meer of nee.
|
uitspraak
|
Ja
|
Min of meer
|
Nee
|
3.9
|
Er is altijd wel iemand in mijn omgeving waar ik naar toe kan met mijn dagelijkse
problemen
|
|
|
|
3.10
|
Ik mis een echte goede vriend of vriendin
|
|
|
|
3.11
|
Ik ervaar een leegte om mij heen
|
|
|
|
3.12
|
Er zijn genoeg mensen waar ik naar toe kan als ik problemen heb
|
|
|
|
3.13
|
Ik mis gezelligheid om mij heen
|
|
|
|
3.14
|
Ik vind mijn kennissenkring te klein
|
|
|
|
3.15
|
Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen
|
|
|
|
3.16
|
Er zijn genoeg mensen met wie ik me nauw verbonden voel
|
|
|
|
3.17
|
Ik mis mensen om mij heen
|
|
|
|
3.18
|
Vaak voel ik me alleen
|
|
|
|
3.19
|
Wanneer ik daar behoefte aan heb kan ik altijd bij mijn vrienden terecht
|
|
|
|
Dank u wel voor het invullen van de vragenlijst