U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 25-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2018 en zichtdatum 01-10-2018. Geldend van 23-07-2016 t/m heden
Omzetbelasting, vrijstelling; diensten en nauw daarmee samenhangende leveringen door werkgevers- en werknemersorganisaties aan hun leden tegen statutair vastgestelde contributie
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit vervangt en actualiseert het besluit van 27 november 2006, nr. CPP2006/2572M over de vrijstelling voor de diensten en nauw daarmee samenhangende leveringen van werkgevers- en werknemersorganisaties. In dit besluit is aangegeven dat de goedkeuring voor een verruimde toepassing van de vrijstelling voor samenwerkingsverbanden voor werkgevers- en werknemersorganisaties met zowel vrijgestelde als belaste leden met ingang van 1 januari 2017 wordt ingetrokken. De goedkeuring vervalt omdat deze geen basis kent in de Richtlijn 2006/112/EG. Daarnaast is een aantal redactionele aanpassingen doorgevoerd.
Het besluit gaat in op de vrijstelling voor bepaalde diensten door werkgevers- en werknemersorganisaties en de daarvoor getroffen goedkeuringen.
Ten opzichte van het besluit CPP2006/2572M wordt, naast een aantal redactionele aanpassingen, de in onderdeel 5 opgenomen goedkeuring per 1 januari 2017 ingetrokken. Hierbij was goedgekeurd dat werkgevers- en werknemersorganisaties met zowel vrijgestelde als belaste leden de vrijstelling voor samenwerkingsverbanden mochten toepassen voor zover zij diensten verrichten aan vrijgestelde leden.
wet: Wet op de omzetbelasting 1968
btw-richtlijn: Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PbEU L 347 van 11 december 2006)
btw: omzetbelasting
vrijstelling: artikel 11, eerste lid, onderdeel t, van de wet
AWR: Algemene wet inzake rijksbelastingen
HvJ: Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
Er geldt een vrijstelling voor de diensten die werkgevers- en werknemersorganisaties verrichten aan hun leden tegen een statutair vastgestelde contributie (artikel 11, eerste lid, onderdeel t, van de wet). Ook de leveringen door deze organisaties die nauw met deze vrijgestelde diensten samenhangen vallen onder de vrijstelling. De vrijstelling geldt alleen als de betrokken organisaties met de vrijgestelde prestaties geen winst beogen (artikel 11, tweede lid, van de wet). De bepalingen uit de wet zijn gebaseerd op artikel 132, lid 1, punt l, en artikel 133, van de btw-richtlijn. Bij wijze van goedkeuring kan worden afgezien van de toepassing van de vrijstelling als niet wordt voldaan aan de in de goedkeuring gestelde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn ontleend aan artikel 133 van de btw-richtlijn.
De vrijstelling geldt voor organisaties van werkgevers, werknemers, en andere ondernemers (zoals vrije beroepsbeoefenaren), die ten doel hebben de collectieve belangen van hun leden te behartigen. Bij collectieve belangenbehartiging gaat het om het vertegenwoordigen van de leden tijdens onderhandelingen met derden (HvJ 12 november 1998, zaak C-149/97 (Motor Industry). Te denken valt aan CAO-onderhandelingen tussen werkgevers- en werknemersorganisaties, aan overleg in advies- en overlegorganen zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en aan overleg dat lokale ondernemersverenigingen voeren met gemeenten. Dit houdt ook in dat de vrijstelling niet van toepassing is op diensten verricht aan individuele leden, zoals bedrijfseconomische adviezen, secretariaatswerkzaamheden of het uitlenen van personeel. Deze diensten zijn belast, ook als zij worden gefinancierd via de contributie.
Ik keur met toepassing van artikel 63 van de AWR (hardheidsclausule) het volgende goed.
Ik keur goed dat organisaties de vrijstelling buiten toepassing laten voor de in artikel 11, eerste lid, onderdeel t, van de wet, bedoelde diensten als niet wordt voldaan aan (één van) de hierna genoemde voorwaarden:
– het beheer en bestuur van de betrokken organisaties vindt in hoofdzaak plaats op vrijwillige basis en zonder vergoeding door personen die zelf geen rechtstreeks of zijdelings belang hebben bij de resultaten van de organisatie;
– de vrijstelling leidt niet tot concurrentievervalsing ten nadele van commerciële ondernemers die aan de btw-heffing zijn onderworpen.
De voorwaarde van vrijwillig beheer en bestuur betekent niet dat de betrokken organisatie geen betaald personeel in dienst mag hebben. Doorslaggevend is dat de personen die rechtstreeks zijn belast met het beheer en bestuur van de instelling geen bezoldiging ontvangen (HvJ 21 maart 2002, zaak C-267/00 (Zoological Society of London).
Als de organisaties voor bepaalde diensten jegens hun leden niet onder de vrijstelling vallen, kunnen deze organisaties voor deze diensten mogelijk de vrijstelling voor samenwerkingsverbanden toepassen. Zie in dit verband artikel 11, eerste lid, onderdeel u, van de wet, artikel 9 van het uitvoeringsbesluit en artikel 9a van de uitvoeringsbeschikking.
De hierna opgenomen goedkeuring (zie cursieve tekst) vervalt met ingang van 1 januari 2017.
Ik sta toe dat organisaties waarin naast vrijgestelde leden ook belaste leden samenwerken, de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel u, van de wet toepassen voor zover zij diensten verrichten aan vrijgestelde leden. Deze goedkeuring kan ook worden toegepast door organisaties waarin leden samenwerken op wie de landbouwregeling (artikel 27 van de wet) al dan niet van toepassing is.
Om een gelijke btw-druk te creëren tussen ledenbladen van werkgeversorganisaties en ledenbladen van werknemersorganisaties keur ik met toepassing van artikel 63 van de AWR het volgende goed.
Ik keur goed dat de levering van ledenbladen door drukkerijen aan werknemersorganisaties, die deze bladen vervolgens aan hun leden (door)leveren, buiten de btw-heffing blijven. Dit heeft geen gevolgen voor de aftrek van voorbelasting bij deze drukkerijen.
Werknemersorganisaties die hun ledenbladen zelf drukken en vervolgens aan hun leden leveren, mogen de hieraan toerekenbare voorbelasting in aftrek brengen. Onder werknemersorganisaties vallen ook de overkoepelende organen van deze organisaties.
Het besluit van 27 november 2006, nr. CPP2006/2572M, is ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.
Den Haag, 24 juni 2016
Staatssecretaris
J. de Blieck
Lid van het managementteam Belastingdienst
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Omzetbelasting, vrijstelling; diensten en nauw daarmee samenhangende leveringen door werkgevers- en werknemersorganisaties aan hun leden tegen statutair vastgestelde contributie", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.