Bijlage B. bij de Regeling leerresultaten PO
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Normen voor beoordeling leerresultaten per toets
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Voor elke toets waarmee een basisschool zich verantwoordt over de leerresultaten,
bestaan eigen normen. Deze normen houden rekening met de leerlingpopulatie op de basisschool
(percentage gewogen leerlingen, schoolgroep). De norm geeft per toets aan wanneer
de gemiddelde schoolscore op de toets, oftewel de leerresultaten van de school, voldoende
is.
Schoolgroepen
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Bij de beoordeling van een aantal toetsen onderscheidt de inspectie schoolgroepen.
Als de schoolgroep niet op de te analyseren formulieren vermeld wordt, bepaalt de
inspectie deze aan de hand van het percentage gewogen leerlingen op de hele school.
De inspectie raadpleegt eventueel de DUO-gegevens om de schoolgroep te bepalen. Vóór
2010 gaat het om de leerlinggewichten in de betreffende groep.
1. Eindtoets Basisonderwijs van Cito
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Met ingang van het schooljaar 2009–2010 zijn de schoolrapporten bij de Cito Eindtoets
gewijzigd. De IC-tabel is vervangen door het Schoolrapport correctie LG en het Schoolrapport
B is vervangen door het Schoolrapport zonder correctie.
Het Schoolrapport correctie LG bevat de gecorrigeerde standaardscore (LG-score), de schoolscore die gecorrigeerd is voor het percentage gewogen leerlingen
op de school. Het Schoolrapport zonder correctie bevat de ongecorrigeerde standaardscore.
Toetsen vóór het schooljaar 2009–2010: Het schoolrapport met de IC-tabel (tabel met
instroomcorrectie) bevat de GLG-score, de schoolscore die gecorrigeerd is voor het
gemiddelde leerlinggewicht. Schoolrapport B bevat de gemiddelde standaardscore.
Groepsgrootte: Als het oordeel wordt gebaseerd op 10 of meer leerlingen kijkt de inspectie
naar het Schoolrapport correctie LG (met ingang van schooljaar 2009–2010) en de IC-tabel
(vóór schooljaar 2009–2010). Bij minder dan 10 leerlingen wordt het oordeel gebaseerd
op de gegevens op het Schoolrapport zonder correctie (met ingang van schooljaar 2009–2010)
en het Schoolrapport B (vóór schooljaar 2009–2010), omdat de LG- en GLG-score voor
kleine groepen minder betrouwbaar zijn.
Scholen besluiten soms leerlingen die het eindniveau van groep 8 niet halen, uit te
sluiten van de Eindtoets omdat deze te moeilijk zou zijn. Het Cito heeft voor deze
groep leerlingen een aangepaste versie op een lager niveau ontwikkeld: de Niveautoets. Deze toets meet hetzelfde als de Eindtoets maar bevat meer eenvoudige opgaven. De
scores op deze toets kunnen rechtstreeks vergeleken worden met die op de Eindtoets,
omdat het Cito zorgt dat de scores op dezelfde schaal worden geplaatst, en kunnen
dus zonder probleem meetellen in het schoolgemiddelde.
1.1. Beoordeling op basis van het Schoolrapport met correctie (≥ 10 leerlingen)
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Op het Schoolrapport met correctie LG staat de gecorrigeerde standaardscore (LG-score)
vermeld. Deze wordt vanaf het schooljaar 2009–2010 door de inspectie bij de beoordeling
gebruikt.
Bij toetsen vóór het schooljaar 2009–2010 wordt de IC-tabel gebruikt. De inspectie
beoordeelt de resultaten aan de hand van de score gecorrigeerd voor GLG (Gemiddeld
Leerling Gewicht).
In de volgende tabel staan de onder- en bovengrenzen voor de LG- en GLG-score. In
de LG- en GLG-score zijn de kenmerken van de leerlingenpopulatie (correctie voor het
leerlinggewicht) verwerkt. Dat betekent dat er geen onderscheid in schoolgroepen meer
nodig is en dat voor alle scholen dezelfde ondergrens geldt.
Tabel 1. Normen gecorrigeerde standaardscore Cito Eindtoets
Cito Eindtoets LG / GLG
|
Schooljaar
|
Ondergrens
|
Landelijk gemiddelde
|
Bovengrens
|
2010–2011 (LG)
|
533,8
|
535,2
|
536,6
|
2009–2010 (LG)
|
533,8
|
535,2
|
536,6
|
2008–2009 (GLG)
|
533,8
|
535,2
|
536,6
|
2007–2008 (GLG)
|
533,7
|
534,9
|
536,1
|
2006–2007 (GLG)
|
533,6
|
534,8
|
536,0
|
Norm eindresultaten per schooljaar op basis van de LG / GLG-score
De eindresultaten van een bepaald schooljaar zijn
|
als de LG- of GLG-score:
|
goed
|
op of boven de bovengrens ligt;
|
voldoende
|
op of boven de ondergrens en onder de bovengrens ligt;
|
onvoldoende
|
onder de ondergrens ligt.
|
1.2. Beoordeling op basis van het Schoolrapport zonder correctie
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
De ongecorrigeerde standaardscore uit het Schoolrapport zonder correctie (met ingang
van het schooljaar 2009–2010) of de gemiddelde standaardscore uit het Schoolrapport
B (vóór het schooljaar 2009–2010) wordt gebruikt voor de beoordeling van eindresultaten
in de volgende situaties:
-
1. De beoordeling van kleine groepen (minder dan 10 leerlingen die in de beoordeling
worden betrokken).
-
2. De beoordeling van resultaten op het Drempelonderzoek 678 van 678 Onderwijs Advisering.
De werkwijze voor het Drempelonderzoek staat beschreven in paragraaf 3.
-
3. Als er geen Schoolrapport met correctie of IC-tabel beschikbaar is.
Tabel 2. Normen Cito Eindtoets ongecorrigeerde standaardscore
Cito Eindtoets
|
Schoolgroep
|
Ongecorrigeerde standaardscore
|
|
Ondergrens
|
Landelijk gemiddelde
|
Bovengrens
|
Schooljaar 2010–2011
|
|
|
|
1
|
>88% 0,00 leerlingen
|
534,8
|
536,5
|
538,2
|
2
|
75–88% 0,00 leerlingen
|
532,9
|
534,8
|
536,6
|
3
|
≥25% gewogen leerlingen, aantal leerlingen 1,20 < 0,30
|
530,5
|
532,7
|
534,9
|
4
|
≥25% gewogen leerlingen, aantal leerlingen 1,20 ≥ 0,30
|
527,3
|
529,7
|
532,0
|
Schooljaar 2009–2010
|
|
|
|
1
|
>88% 0,00 leerlingen
|
534,8
|
536,5
|
538,2
|
2
|
75–88% 0,00 leerlingen
|
532,9
|
534,8
|
536,6
|
3
|
≥25% gewogen leerlingen, aantal leerlingen 1,20 < 0,30
|
530,5
|
532,7
|
534,9
|
4
|
≥25% gewogen leerlingen, aantal leerlingen 1,20 ≥ 0,30
|
527,3
|
529,7
|
532,0
|
Schooljaar 2008–2009
|
|
|
|
1
|
100% 1,00 leerlingen
|
535,2
|
537,2
|
539,2
|
2
|
76–99% 1,00 leerlingen
|
534,5
|
536,2
|
537,9
|
3
|
51–75% 1,00 leerlingen
|
532,6
|
534,4
|
536,3
|
4
|
0–50% 1.00 leerlingen
|
530,3
|
532,8
|
535,4
|
5
|
26–50% 1,90 leerlingen
|
530,9
|
532,9
|
534,8
|
6
|
51–75% 1,90 leerlingen
|
528,1
|
530,4
|
532,7
|
7
|
> 75% 1,90 leerlingen
|
526,6
|
528,9
|
531,2
|
Schooljaar 2007–2008
|
|
|
|
1
|
100% 1,00 leerlingen
|
535,1
|
537,3
|
539,5
|
2
|
76–99% 1,00 leerlingen
|
534,5
|
536,1
|
537,7
|
3
|
51–75% 1,00 leerlingen
|
532,6
|
534,5
|
536,4
|
4
|
0–50% 1.00 leerlingen
|
530.2
|
532,5
|
534,8
|
5
|
26–50% 1,90 leerlingen
|
530,3
|
532,5
|
534,7
|
6
|
51–75% 1,90 leerlingen
|
528,3
|
530,7
|
533,1
|
7
|
>75% 1,90 leerlingen
|
526,9
|
529,2
|
531,5
|
Schooljaar 2006–2007
|
|
|
|
1
|
100% 1,00 leerlingen
|
535,1
|
537,4
|
539,7
|
2
|
76–99% 1,00 leerlingen
|
533,8
|
536,1
|
538,4
|
3
|
51–75% 1,00 leerlingen
|
531,9
|
534,2
|
536,5
|
4
|
0–50% 1.00 leerlingen
|
529,5
|
531,8
|
534,1
|
5
|
26–50% 1,90 leerlingen
|
530,3
|
532,6
|
534,9
|
6
|
51–75% 1,90 leerlingen
|
527,3
|
529,6
|
531,9
|
7
|
>75% 1,90 leerlingen
|
526,1
|
528,4
|
530,7
|
Norm eindresultaten per schooljaar op basis van de ongecorrigeerde standaardscore
De eindresultaten van een bepaald schooljaar zijn
|
als de ongecorrigeerde standaardscore voor de betreffende schoolgroep:
|
goed
|
op of boven de bovengrens ligt;
|
voldoende
|
op of boven de ondergrens en onder de bovengrens ligt;
|
onvoldoende
|
onder de ondergrens ligt.
|
2. Schooleindonderzoek van de vier Landelijke Protestants Christelijke Schoolbegeleidingsdiensten
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Op het overzicht van de schoolresultaten staan de gemiddelden van twee indexen: de
schoolvorderingen (SV) en de intelligentie (IQ). Wanneer de SV-index lager is dan
de IQ-index is dat een indicatie voor een minder goed presterende school. Indien de
SV-index hoger is dan de IQ-index is dat een indicatie voor een beter presterende
school. Op het overzichtsformulier van de school staat ook een meerjarenoverzicht waar deze verschilscores zijn omgezet naar zogenaamde z-scores. In deze z-scores
zijn de resultaten van alle deelnemende scholen betrokken. De z-score geeft het aantal
standaarddeviaties aan dat de schoolscore verschilt van de gemiddelde schoolscore
van de deelnemende scholen.
De z-scores staan op het formulier als ’afwijkingsscore t.o.v. gemiddelde SV-IQ’ vermeld. Op
deze scores baseert de inspectie haar oordeel over de school.
Tabel 3. Norm Schooleindonderzoek
Schooleindonderzoek
|
Ondergrens
|
Landelijk gemiddelde
|
Bovengrens
|
–0,5
|
0
|
0,5
|
Norm leerresultaten per schooljaar op basis van het Schooleindonderzoek
De leerresultaten van een bepaald schooljaar zijn
|
als de z-score:
|
goed
|
op of boven de bovengrens ligt;
|
voldoende
|
op of boven de ondergrens en onder de bovengrens ligt;
|
onvoldoende
|
onder de ondergrens ligt.
|
3. Drempelonderzoek 678 van 678 Onderwijs Advisering
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Scholen gebruiken het Drempelonderzoek 678 op drie manieren:
-
1. Alle leerlingen doen mee aan het Drempelonderzoek 678. In dit geval wordt de onderstaande
procedure ‘Drempelonderzoek 678 bij alle leerlingen’ gevolgd.
-
2. De school neemt de Cito Eindtoets af bij een deel van de leerlingen en bij enkele
leerlingen het Drempelonderzoek 678. Ook komt het voor dat de school eerst alle leerlingen
het Drempelonderzoek 678 laat doen en daarna alleen de betere leerlingen de Cito Eindtoets
laat maken. In deze gevallen worden de scores van het Drempelonderzoek 678 omgezet
naar Cito-scores en wordt de hieronder beschreven werkwijze ‘Drempelonderzoek 678
en Cito Eindtoets’ gevolgd.
-
3. De school neemt geen Cito Eindtoets af en enkele leerlingen doen het Drempelonderzoek
678. In dit geval is het niet mogelijk gebruik te maken van de gegevens uit het Drempelonderzoek
678. Indien ook geen Entreetoetsen zijn afgenomen, baseert de inspectie het oordeel
over de leerresultaten op gegevens uit het leerlingvolgsysteem.
In de onderstaande tabellen wordt ervan uitgegaan dat de scores van het Drempelonderzoek
678 tot 60 lopen (DGM60). Er is echter ook een score, waarbij deze doorloopt tot 66
(DGM66). Deze heeft een uitloop voor betere leerlingen om op individueel niveau onderscheid
te maken tussen een havo-advies en vwo-advies. De normering in deze paragraaf is echter
gebaseerd op de DGM60.
Ad 1. Procedure Drempelonderzoek 678 bij alle leerlingen
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Vanaf schooljaar 2009–2010 vermeldt het formulier ‘totaaloverzicht’ van het Drempelonderzoek
678 de gemiddelde Cito-score van alle deelnemende leerlingen. Deze score wordt gehanteerd
bij het bepalen van het oordeel over de eindopbrengsten. De inspectie gebruikt hierbij
de normen voor het Schoolrapport zonder correctie (Tabel 2). De schoolgroep wordt
bepaald op basis van het percentage gewogen leerlingen op de gehele school (DUO-gegevens).
Het is in dit geval niet mogelijk de normen voor de gecorrigeerde score (LG-score)
te gebruiken.
Vóór schooljaar 2009–2010 worden de normen uit de onderstaande tabel gebruikt om het
schoolgemiddelde van de DGM60 te vergelijken met de ondergrens voor de betreffende
schoolgroep.
Tabel 4. Normen Drempelonderzoek 678 vóór schooljaar 2009–20101
Drempelonderzoek 678
|
Schoolgroep
|
Gemiddelde DGM60 score
|
Ondergrens
|
Bovengrens
|
1
|
100% 1,00 leerlingen
|
53,1
|
56,2
|
2
|
76–99% 1,00 leerlingen
|
51,8
|
55,4
|
3
|
51–75% 1,00 leerlingen
|
49,9
|
54,5
|
4
|
0–50% 1.00 leerlingen
|
47,5
|
52,1
|
5
|
26–50% 1,90 leerlingen
|
48,3
|
52,9
|
6
|
51–75% 1,90 leerlingen
|
46,4
|
49,9
|
7
|
>75% 1,90 leerlingen
|
46,0
|
48,7
|
1 De normen in deze tabel zijn toepasbaar op alle schooljaren vóór schooljaar 2009–2010,
waarin het Drempelonderzoek is afgenomen.
Het gemiddelde van de DGM60 staat met ingang van het schooljaar 2008–2009 op de groepsoverzichten
van het Drempelonderzoek 678 aangegeven. Voor voorgaande jaren moet dit handmatig
berekend worden uit de individuele leerlingenscores.
Norm leerresultaten per schooljaar op basis van het Drempelonderzoek 678
De leerresultaten van een bepaald schooljaar zijn
|
als de gemiddelde DGM60 score of de gemiddelde Cito-score voor de betreffende schoolgroep:
|
goed
|
op of boven de bovengrens ligt;
|
voldoende
|
op of boven de ondergrens en onder de bovengrens ligt;
|
onvoldoende
|
onder de ondergrens ligt.
|
Ad 2. Procedure Cito Eindtoets én Drempelonderzoek 678
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Als een deel van de leerlingen de Cito Eindtoets heeft gemaakt en een deel van de
leerlingen het Drempelonderzoek 678, wordt de onderstaande werkwijze toegepast. Het
komt voor dat sommige leerlingen beide toetsen maken. In dat geval baseert de inspectie
haar oordeel op de Cito Eindtoetsscores.
Met ingang van schooljaar 2009–2010 wordt de Cito-score per leerling zoals vermeld
op het ‘totaaloverzicht’ van het Drempelonderzoek 678 gebruikt. De inspectie berekent
de gemiddelde Cito standaardscore van de hele groep door het gewogen gemiddelde van
de scores uit beide bronnen te nemen. Bij de beoordeling worden de normen voor het
Schoolrapport zonder correctie gebruikt (Tabel 2). De schoolgroep wordt bepaald op
basis van het percentage gewogen leerlingen op de gehele school (DUO-gegevens). Het
is in dit geval niet mogelijk de normen voor de gecorrigeerde score (LG-score) te
gebruiken.
Vóór schooljaar 2009–2010 worden de individuele Drempelonderzoekscores van de leerlingen
die niet aan de Cito Eindtoets hebben deelgenomen, omgezet volgens de onderstaande
conversietabel naar een Cito-score. Daarna wordt de werkwijze zoals beschreven voor
de periode vanaf schooljaar 2009–2010 toegepast (zie hierboven).
Tabel 5. Conversietabel op leerlingniveau van Drempelscore (DGM60) naar Cito Eindtoetsscore1
DGM60
|
Cito-score
|
DGM60
|
Cito-score
|
DGM60
|
Cito-score
|
14–20
|
502
|
37
|
517
|
50
|
531
|
21–23
|
503
|
38
|
518
|
51
|
532
|
24–26
|
504
|
39
|
519
|
52
|
533
|
27
|
505
|
40
|
520
|
53
|
534
|
28
|
506
|
41
|
521
|
54
|
536
|
29
|
507
|
42
|
522
|
55
|
537
|
30
|
509
|
43
|
523
|
56
|
539
|
31
|
511
|
44
|
524
|
57
|
540
|
32
|
512
|
45
|
525
|
58
|
541
|
33
|
513
|
46
|
526
|
59
|
543
|
34
|
514
|
47
|
527
|
60
|
546
|
35
|
515
|
48
|
528
|
|
|
36
|
516
|
49
|
530
|
|
|
1 De normen in deze tabel zijn toepasbaar op alle schooljaren vóór schooljaar 2009–2010
waarin het Drempelonderzoek is afgenomen.
Voorbeeld:
Stel dat vijftien leerlingen de Cito Eindtoets hebben gedaan en vijf leerlingen alleen
aan het Drempelonderzoek 678 hebben deelgenomen. Met behulp van de tabel kan de Drempelscore
worden omgezet naar een Cito-score. Dat betekent, bijvoorbeeld, dat een individuele
leerling met een Drempelscore van 26 een Cito-score krijgt van 504, een leerling met
een Drempelscore van 35 een Cito-score van 515, een Drempelscore van 60 wordt 546,
etc.
Het nieuwe schoolgemiddelde voor twintig leerlingen wordt vervolgens berekend door
15 x de gemiddelde standaardscore van de Cito Eindtoets te berekenen, daar de (uit
conversie verkregen) Cito-scores van de vijf ‘drempelleerlingen’ bij op te tellen
en deze som te delen door twintig. De school behoort in 2007 bijvoorbeeld tot schoolgroep
3. De zojuist berekende uitkomst moet worden vergeleken met de ondergrens van 531,9
die we in Tabel 2 vinden.
De normen in Tabel 4 zijn bepaald aan de hand van de gemiddelde scores die door scholen
behorend tot de verschillende schoolgroepen zijn behaald. De normen in Tabel 5 zijn
daarentegen bepaald op basis van scores van individuele leerlingen. De beide tabellen
zijn daardoor niet rechtstreeks met elkaar te vergelijken.
4. Cito Entreetoets
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
De inspectie betrekt de Cito Entreetoets met ingang van het schooljaar 2011–2012 niet
meer bij de beoordeling van de eindresultaten. Indien de beoordeling van de leerresultaten
niet gebaseerd kan worden op gegevens van de Cito Eindtoets, het Schooleindonderzoek
of het Drempelonderzoek 678, betrekt de inspectie de gegevens van de Cito Entreetoets
van groep 7 tot en met schooljaar 2010–2011 nog wel bij de beoordeling.
Met ingang van het schooljaar 2009–2010 zijn de schoolrapporten bij de Cito Entreetoets
gewijzigd. Het Schoolrapport correctie LG bevat het gecorrigeerd aantal goed, de schoolscore die gecorrigeerd is voor het percentage gewogen leerlingen op de
school. Het Schoolrapport zonder correctie bevat het ongecorrigeerde aantal goed.
De normen in tabel 6a zijn van toepassing op de schooljaren 2009–2010 en 2010–2011;
de normen in tabel 6b en 6c zijn van toepassing op eerdere schooljaren.
Tabel 6a. Normen Entreetoets schooljaar 2009–2010 en 2010–2011
Gecorrigeerd aantal goed
|
Ondergrens
|
Landelijk gemiddelde
|
Bovengrens
|
281,6
|
290,4
|
299,2
|
Voor leerresultaten aan de hand van de Entreetoets van groep 7 uit de periode vóór
schooljaar 2009–2010 gaat de inspectie bij de beoordeling uit van het gemiddelde percentage
goed.
Tabel 6b. Normen Entreetoets groep 7 schooljaar 2008–2009
Entreetoets groep 7
|
Schoolgroep
|
Ondergrens gemiddeld % goed
|
<25% gewogen leerlingen
|
68
|
25%–50% gewogen leerlingen
|
65
|
≥50% gewogen leerlingen
|
55
|
De normen in de tabel worden toegepast op resultaten verkregen over het schooljaar
2008–2009. De resultaten van vóór 2008-2009 worden beoordeeld met de normen in tabel
6c.
Tabel 6c. Normen Entreetoets groep 7 vóór schooljaar 2008–2009
Schoolgroep
|
Ondergrens gemiddeld % goed (norm)
|
1
|
100% 1,00 leerlingen
|
67
|
2
|
76–99% 1,00 leerlingen
|
65
|
3
|
51–75% 1,00 leerlingen
|
61
|
4
|
0–50% 1.00 leerlingen
|
60
|
5
|
26–50% 1,90 leerlingen
|
59
|
6
|
51–75% 1,90 leerlingen
|
46
|
7
|
>75% 1,90 leerlingen
|
46
|
Norm leerresultaten per schooljaar op basis van de Cito Entreetoets
De leerresultaten van een bepaald schooljaar zijn
|
als het gecorrigeerd aantal goed of het percentage goed voor de betreffende schoolgroep:
|
voldoende
|
op of boven de ondergrens ligt;
|
onvoldoende
|
onder de ondergrens ligt.
|
5. Toetsen uit het leerlingvolgsysteem
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Indien er geen resultaten van bovengenoemde toetsen beschikbaar zijn, worden de resultaten
aan het eind van de basisschool beoordeeld aan de hand van methodeonafhankelijke en
landelijk genormeerde toetsen voor Rekenen en wiskunde en Begrijpend lezen in de leerjaren
8 van de drie laatste schooljaren (cohorten).
Voor een positief oordeel over de resultaten aan het einde van de schoolperiode geldt
dat ten minste één van de drie jaren voor Rekenen en wiskunde én Begrijpend lezen
positief moet scoren om tot een voldoende te komen.
Norm leerresultaten per schooljaar op basis van leerlingvolgsysteem
De leerresultaten van een bepaald schooljaar zijn
|
als de resultaten voor Rekenen en wiskunde én Begrijpend lezen aan het eind van de
basisschool:
|
voldoende
|
beide voldoen aan de norm;
|
onvoldoende
|
niet beide voldoen aan de norm.
|
In de volgende paragrafen staan de procedures beschreven voor de beoordeling van de
toetsen uit de leerlingvolgsystemen van Cito en de oude DLE-toetsen van Boom test
uitgevers (geldig tot en met schooljaar 2009–2010). Daarnaast zijn de normen voor
de begrijpend lezen toets van 678 Onderwijs Advisering opgenomen.
5.1. Cito leerlingvolgsysteem: Rekenen en wiskunde en Begrijpend lezen
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Bij het beoordelen van de eindopbrengsten aan de hand van het Cito-leerlingvolgsysteem
maakt de inspectie gebruik van de toetsgegevens Begrijpend lezen en Rekenen en wiskunde
van groep 8. Omdat in bepaalde gevallen bij de beoordeling van kleine scholen ook
de toetsgegevens van groep 7 kunnen worden betrokken, worden in de tabellen in deze
paragraaf ook de normen voor groep 7 vermeld (zie verder bijlage E).
Met ingang van het schooljaar 2011–2012 beoordeelt de inspectie de oude leerlingvolgsysteemtoetsen
uit 2002 en eerder niet meer.
Begin- en middentoetsen:
De nieuwe leerlingvolgsysteemtoetsen voor Begrijpend lezen en Rekenen en wiskunde
in groep 8, kunnen in november of januari worden afgenomen. Het gaat in beide gevallen
om dezelfde toets. De inspectie adviseert scholen – in hun eigen belang – de toetsen
die zijn afgenomen in januari te gebruiken voor de verantwoording van de eindresultaten.
Nieuwe normen:
Op dit moment zijn er nog onvoldoende empirische gegevens beschikbaar om definitieve
normen op schoolniveau te kunnen bepalen voor de toetsen van de groepen 7 en 8. Er zijn echter sterke aanwijzingen
dat de voorlopige normen voor de groepen 7 en 8 niet adequaat zijn. Bij het bepalen
van de definitieve normen op schoolniveau voor de toetsen van groep 3 tot en met 6,
is namelijk al gebleken dat deze substantieel afwijken van de eerder geformuleerde
voorlopige normen. In afwachting van – door het Cito te berekenen – definitieve normen
voor de groepen 7 en 8, hanteert de inspectie met ingang van 1 augustus 2011 de normen in de tabel 7a. Dit zijn dezelfde normen die zij vóór het intreden van
de vaardigheidsscores ook heeft gehanteerd. Scholen die vóór 1 augustus 2011 al met
oude normen zijn beoordeeld, behouden dat oordeel.
Tabel 7a. Normen nieuwe Cito LVS-toetsen groepen 7 en 8 met ingang van 1 augustus
2011
Percentage leerlingen met een D- of E-score
|
Schoolgroep
|
Maximaal % D- en E-leerlingen
|
<15% gewogen leerlingen
|
25%
|
≥15% gewogen leerlingen
|
30%
|
Dit betekent dat de resultaten op de bovengenoemde toetsen voldoende zijn als het
percentage leerlingen dat een D- of E-score heeft op de betreffende toets gelijk of
kleiner is aan het maximum in tabel 7a.
Tabel 7b geeft de normen weer voor de oude Cito toetsen voor schooljaar 2009–2010
en 2010–2011 voor de groepen 7 en 8. Tabel 7c en 7d bevatten de normen voor schooljaar
2008–2009 en 2007–2008 (en eerder) voor groep 8.
Tabel 7b. Normen oude Cito LVS-toetsen schooljaren 2009–2010 en 2010–2011
|
Groep 7
|
Groep 8
|
Schoolgroep
|
Gemiddelde vaardigheidsscore
|
Ondergrens midden
|
Ondergrens eind
|
Ondergrens midden
|
Rekenen en wiskunde
|
Begrijpend lezen
|
Rekenen en wiskunde
|
Rekenen en wiskunde
|
Begrijpend lezen
|
<15% gewogen leerlingen
|
103
|
45
|
107
|
112
|
54
|
≥15% gewogen leerlingen
|
100
|
40
|
104
|
108
|
50
|
Tabel 7c. Normen Cito LVS-toetsen over schooljaar 2008–2009
Rekenen en wiskunde algemeen en Begrijpend Lezen
groep 8
|
Schoolgroep
|
Rekenen en wiskunde
|
Begrijpend lezen
|
Gemiddelde vaardigheidsscore
|
Ondergrens midden
|
Ondergrens midden
|
<25% gewogen leerlingen
|
112
|
54
|
25%–50% gewogen leerlingen
|
109
|
52
|
≥50% gewogen leerlingen
|
98
|
46
|
Tabel 7d. Normen Cito LVS-toetsen schooljaar vóór schooljaar 2008–2009
Rekenen en wiskunde algemeen en Begrijpend lezen
groep 8
|
Schoolgroep
|
Rekenen en wiskunde
|
Begrijpend lezen
|
Gemiddelde vaardigheidsscore
|
Ondergrens midden
|
Ondergrens midden
|
>50% 1.00 leerlingen
|
116
|
55
|
>50% gewogen leerlingen
|
112
|
48
|
>50% 1.90 leerlingen
|
111
|
42
|
Het oordeel op een toets is voldoende als de gemiddelde vaardigheidsscore op of boven
de gegeven ondergrens ligt.
Als leerlingen toetsen maken op een lager niveau, tellen ze in principe mee in de
gemiddelde vaardigheidsscore van de school. Hiervoor is het wel van belang dat de
toetsversies hetzelfde zijn, aangezien het noodzakelijk is dat de toetsscores op dezelfde
schaal liggen. Dit is niet het geval als gebruik wordt gemaakt van verschillende versies.
In dat geval hanteert de inspectie de normen in tabel 7a.
5.2. DLE-toetsen: Rekenen en wiskunde en Begrijpend lezen Boom test uitgevers
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Met ingang van het schooljaar 2010–2011 beoordeelt de inspectie de DLE-toetsen met
de oude normering niet meer. Voor scholen die de verouderde toetsen gebruiken zijn
er voor de verantwoording van de leerresultaten in de schooljaren 2010–2011 en 2011–2012
twee alternatieven:
-
• de school neemt eenmalig een eindtoets af waarmee de eindresultaten kunnen worden
verantwoord (zie bijlage A);
-
• de school neemt deel aan het normeringsonderzoek voor de toetsen Begrijpend lezen
en Rekenen en wiskunde in groep 8 van Boom test uitgevers, waarin tevens voorzien
is in de afname van een eindtoets.
In de tabellen 8a en 8b staat beschreven hoe de inspectie de resultaten op de oude
DLE-toetsen beoordeelt tot en met schooljaar 2009–2010. Deze tabellen geven de normen
weer voor het percentage zwakst presterende leerlingen.
Tabel 8a. Normen DLE-toetsen met ingang van schooljaar 2009–2010
Schoolgroep
|
Maximaal % zwakste leerlingen
|
<15% gewogen leerlingen
|
25
|
≥15% gewogen leerlingen
|
30
|
Tabel 8b. Normen DLE-toetsen vóór schooljaar 2009–2010
Schoolgroep
|
Maximaal % zwakste leerlingen
|
<25% gewogen leerlingen
|
25
|
25%–50% gewogen leerlingen
|
30
|
≥50% gewogen leerlingen
|
35
|
De resultaten voor een toets zijn voldoende als het percentage zwakst presterende
leerlingen op of onder het maximum voor de betreffende schoolgroep ligt.
In de volgende tabellen (9a en 9b) staan de normen voor het bepalen van het aantal
zwakst presterende leerlingen in termen van achterstanden in maanden (DLE-DL) (te
vergelijken met Cito D- en E-niveau). Indien een leerling een achterstand heeft die
groter is dan de in de tabel vermelde norm, behoort deze tot de groep zwakst presterende
leerlingen.
Tabel 9a. Normen achterstanden (DL-DLE) schooljaren 2008–2009 en 2009–2010
DLE-toetsen
|
|
Achterstand in maanden (DLE-DL)
|
|
Afnameperiode
|
Rekenen en wiskunde
|
Begrijpend lezen A
|
Begrijpend lezen B
|
Groep 7
|
September–januari
|
–3
|
–6
|
–7
|
|
Februari–juli
|
–3
|
–8
|
–8
|
Groep 8
|
September–januari
|
–5
|
–11
|
–8
|
|
Februari–juli
|
–7
|
–12
|
–10
|
Tabel 9b. Normen achterstanden (DL-DLE) vóór schooljaar 2008–2009
DLE-toetsen
|
|
Achterstand in maanden (DLE-DL)
|
|
Afnameperiode
|
Rekenen en wiskunde
|
Begrijpend lezen A
|
Begrijpend lezen B
|
Groep 8
|
September–januari
|
–6
|
–12
|
–10
|
|
Februari–juli
|
–7
|
–12
|
–10
|
5.3. Begrijpend lezen toets van 678 Onderwijs Advisering
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
De volgende tabel geeft de normen weer voor het bepalen van het percentage zwakst
presterende leerlingen bij Begrijpend lezen op de toets van 678 Onderwijs Advisering.
Tabel 10. Normen begrijpend lezen toetsen 678 Onderwijs Advisering
Begrijpend lezen groep 8
|
Schoolgroep
|
Maximaal % zwakste leerlingen
|
<15% gewogen leerlingen
|
25
|
≥15% gewogen leerlingen
|
30
|
De resultaten voor een toets zijn voldoende als het percentage zwakst presterende
leerlingen op of onder het maximum (voor de betreffende schoolgroep) ligt.
Onderstaande tabel geeft de normen voor het bepalen van de zwakst presterende leerlingen
bij begrijpend lezen. Indien een leerling een score heeft die lager is dan de in de
tabel vermelde norm, behoort deze tot de groep zwakst presterende leerlingen. In de
tabel zijn ook DLE’s opgenomen. Deze worden alleen gebruikt als geen leerlingenscores
beschikbaar zijn, maar wel DLE’s.
Tabel 11. Normen zwakst presterende leerlingen begrijpend lezen toetsen 678 Onderwijs
Advisering
|
Begrijpend lezen 678 (versie 2006)
|
Begrijpend lezen 678 (versie 2006)
|
|
Score
|
DLE
|
Score
|
DLE
|
M7 (december–maart)
|
<28
|
<33
|
<23
|
<32
|
E7 (april–juli)
|
<29
|
<35
|
<24
|
<35
|
M8 (december–maart)
|
<30
|
<38
|
<25
|
<38
|