-
a. diploma basismodule: de toetstermen 2f.2, 2f.3, 2h.1, 3a.1.6, 3c.7.5, 4a.2, 4b.1,
4b.2, 6a.3.1, 6a.3.2, 7a.4.5, 7a.4.7, 7a.4.8, 7a.5.1 tot en met 7a.5.5, 7b.1.3, 7b.8.1,
7c.1.1;
-
b. diploma hypothecair krediet: de toetstermen 3c.1, 3c.2, 3d.1, 3e.4, 3n.1, 3n.2, 3n.3,
3p.1. 3p.2, 3p.3, 3h.14, 3q.1,5a.1, 5b.2, 5b.3, 5c.3, 5d.3, 5d.4, 5d.6, 5d.7, 6c.1,
6d.1, 6d.2, 6f.4, 6f.8, 6i.3, 6j.9, 6n.1 tot en met 6n.5, 7b.1, 7c.1, 7c.4;
-
c. diploma consumptief krediet: de toetstermen 2c.2, 3a.1, 3a.2, 3a.4, 3e.1, 3i.3;
-
d. diploma schadeverzekeringen: de toetstermen 2a.2.1, 2a.2.2, 2a.2.3, 2a.2.5, 2a.2.6,
2a.2.13, 2a.2.33, 2a.4.2, 2a.4.4, 2a.4.6, 2a.4.11, 2a.4.13, 2a.4.15, 2a.4.17, 2a.5.1,
2a.5.2, 2a.5.3, 2a.5.4, 2a.5.5, 2a.5.6, 2a.5.7, 2a.5.8, 2a.5.12, 2a.5.13, 2a.5.18,
2a.5.20, 2b.1.1, 2b.1.2, 2b.1.3, 2b.1.4, 2b.1.5, 2b.1.6, 2c.1.1, 2c.1.2, 2c.1.3, 2c.1.4,
2c.5.5, 3a.2.9, 3a.2.10, 3a.2.11, 3a.2.12, 3a.4.2, 3a.4.4, 3a.4.8, 3a.4.10, 3a.4.12,
3a.5.20, 3a.5.24, 3a.6.1 tot en met 3a.6.6, 3a.6.10, 3a.6.15, 3a.6.16, 3b.2.1, 3b.2.2,
5a.4.4, 5a.4.7, 5a.4.8, 5a.4.15, 5a.4.17, 5a.6.1, 5a.6.5, 5b.4.4, 5b.6.1, 5d.1.1,
5d.2.1, 5d.2.2, 5d.4.2, 5d.4.4, 5d.4.6, 5e.2.1, 5e.2.2, 5e.2.3, 5e.2.4, 5e.6.1;
-
e. diploma levensverzekeringen: de toetstermen 2a.2, 2a.4, 2a.15, 2a.21, 2a.26, 2a.33,
2a.34, 2a.36, 2a.39, 2a.62, 2b.7 tot en met 2b.9, 2b.11, 2b.36, 2b.39, 2c.7, 2c.8,
2c.17, 2c.32 tot en met 2c.34, 2c.39, 3a.6, 3b.7 tot en met 3b.10, 3b.12, 3b.13, 3b.27
tot en met 3b.29, 3b.37, 3b.38, 3b.41, 3b.42, 3f.2. 3f.3, 3f.5, 3f.6 tot en met 3f.11,
4c.13, 4c.16, 6a.1, 6b.2, 6b.3, 6c.3, 6d.3, 6d.4, 6d.6, 6d.7, 7c.1, 7d.1, 7d.2, 7f.4,
7f.8, 7i.3,7j.9, 7n.1 tot en met 7n.5, 8b.1, 8c.1, 8c.4;
-
f. diploma volmacht: de toetstermen 2c.3, 2c.5, 2c.10, 7c.23, 8a.2, 8b.4, 8c.30, 8c.31,
8f.29, 9a.6, 9c.14, 9c.15. Tevens gelden voor het diploma volmacht, voor zover van
toepassing, de toetstermen, genoemd onder d, en de toetstermen, genoemd onder e.