Stb. 2009, 53, datum inwerkingtreding 13-02-2009, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.
7 De vice-president van de Raad van State ontvangt een maandelijkse vergoeding voor
de door hen verschuldigde loonbelasting over het gebruik van de dienstauto, bedoeld
in het eerste lid. De vergoeding wordt berekend aan de hand van de formule
CAT x P/100 x T/100 x 100/(100–T)
M = ––––––––––––––––––––––––––––––––
12
waarin:
M = het bedrag van de vergoeding;
CAT = de catalogusprijs van de dienstauto, met inbegrip van belasting over de toegevoegde
waarde (omzetbelasting) en belasting van personenauto's en motorrijwielen;
P = het toepasselijke percentage, genoemd in artikel 13bis, eerste lid, van de Wet
op de loonbelasting 1964.
T = het hoogste van de in de tarieftabel van artikel 20a, eerste lid, van de Wet op
de loonbelasting 1964 opgenomen percentages.
Stb. 2009, 53, datum inwerkingtreding 13-02-2009, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
6 De dienstauto, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts in gebruik genomen nadat is
vastgesteld dat aan de voorschriften van het derde tot en met vijfde lid is voldaan,
tenzij afwijking van deze voorschriften noodzakelijk is om redenen van veiligheid
of wegens een individuele werkplekanalyse, verricht of getoetst door een deskundige
persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet. Artikel
14, tweede lid, onderdelen b en c, van de Arbeidsomstandighedenwet is in het tweede
geval van overeenkomstige toepassing.