Wet van 2 oktober 2003 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband
met de – in beginsel tijdelijke – invoering van een omzetbelastingregeling voor elektronische
diensten (e-commerce)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wetgeving inzake omzetbelasting dient
te worden aangepast overeenkomstig richtlijn 2002/38/EG van de Raad van de Europese Unie van 7 mei 2002 tot wijziging, voor een gedeelte
tijdelijk, van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde die
van toepassing is op bepaalde diensten die langs elektronische weg worden verricht
alsook op radio- en televisieomroepdiensten (PbEG L 128);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: