Bij de herziening van de regelgeving inzake de burgerlijke stand, in werking getreden
op 1 januari 1995, is artikel 19e, achtste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ingevoerd.
Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid voor de ambtenaar van de burgerlijke stand
om bij de aangifte van de geboorte van een kind de aangever te verzoeken een verklaring
over te leggen van de arts of verloskundige die bij de bevalling aanwezig was. Deze
verklaring houdt in dat het kind uit de opgegeven moeder is geboren.
In het geval dat het kind geboren is, zonder dat er een arts of verloskundige aanwezig
was, kan de verklaring door een zodanige hulpverlener nadien worden opgemaakt.
Bij voormelde brief van de Staatssecretaris van Justitie is deze regeling onder uw
aandacht gebracht.
Recent heeft zich een geval voorgedaan waarin aangifte van geboorte werd gedaan van
een niet bestaand kind.
Gelet op de ernst van de zaak, heb ik naar aanleiding van bedoeld geval de Tweede
Kamer toegezegd deze regeling ter voorkoming van fraude in andere gevallen wederom
onder uw aandacht te brengen.
Ik verzoek u derhalve bij deze om bij aangiften van geboorte alert te zijn op eventuele
onduidelijkheden of onjuistheden met betrekking tot de gegevens die de aangever u
verstrekt.
Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan onduidelijkheden omtrent de identiteit van
de aangever, de plaats en het tijdstip van de geboorte van het kind alsmede aan de
situatie waarin de gegevens die de aangever verstrekt met betrekking tot de moeder
niet overeenstemmen met gegevens die over haar in de gba zijn opgenomen.
Indien bedoelde onduidelijkheden of onjuistheden bij u tot twijfel leiden omtrent
de geboorte in kwestie, wordt u met klem aangeraden de aangever te verzoeken om overlegging
van een verklaring als bedoeld in artikel 19e, achtste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
U dient hem hiertoe een formulier mee te geven waarin de gegevens dienen te worden
opgenomen die vermeld staan in artikel 27 van het Besluit burgerlijke stand 1994 en dat de aangever na invulling door de desbetreffende arts of verloskundige aan
u in een gesloten enveloppe dient te retourneren.
Nadere voorschriften met betrekking tot het formulier voor de verklaring en de te
gebruiken enveloppe zijn opgenomen in de ministeriële regeling van 14 november 1994,
gepubliceerd in de Staatscourant 1994, nr. 223.
Voor de goede orde treft u de ministeriële regeling als bijlage aan.