Verordening slachtpremie kalveren

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 23-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 09-07-2005 en zichtdatum 09-07-2024.
Geldend van 01-01-2005 t/m 19-11-2005

Verordening slachtpremie kalveren

Het Bestuur van het Productschap Vee en Vlees heeft,

gelet

Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 oktober 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen; Verordening (EG) nr. 3887/92 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen; artikel 1 van de Overdrachtsbeschikking bevoegdheden Landbouwwet 1966 Algemeen, alsmede artikel 100, derde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie

op 8 december 1999 vastgesteld de navolgende

VERORDENING

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze verordening wordt verstaan onder:

1e

commissieverordening

Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie van 28 oktober 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen (Pb EG L 281);

2e

raadsverordening

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (Pb EG L 160);

3e

controleverordening

Verordening (EG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (Pb EG L 391);

4e

productschap

Productschap Vee en Vlees;

5e

voorzitter

de voorzitter van het productschap;

6e

premie

premie bedoeld in artikel 11, tweede lid, onder b) van de raadsverordening;

7e

gegevensbestand

het gecomputeriseerd gegevensbestand bedoeld in artikel 5 van Vo. (EG)nr. 820/97;

8e

erkend abattoir

een abattoir dat overeenkomstig artikel 3 van deze verordening is erkend.

Terugwerkende kracht

Vbbo. 2005, 66, datum inwerkingtreding 20-11-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

In deze verordening wordt verstaan onder:

1e

commissieverordening

:

Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen (Pb EG L345);

2e

raadsverordening

:

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (Pb EG L 270);

3e

controleverordening

:

Verordening (EG) Nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (Pb EG L 141);

4e

productschap

:

Productschap Vee en Vlees;

5e

voorzitter

:

de voorzitter van het productschap;

6e

premie

:

premie als bedoeld in artikel 130, tweede lid, onder b) van de raadsverordening;

7e

I&R-systeem rund

:

het gecomputeriseerd gegevensbestand bedoeld in artikel 3, onderdeel b. en artikel 5 van Verordening (EG) nr 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad;

8e

erkend abattoir

:

een abattoir dat overeenkomstig artikel 3 van deze verordening is erkend.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Producenten, die aanspraak willen maken op een premie voor een bepaald kalenderjaar, dienen zich vóór, of uiterlijk op het ogenblik van, de indiening van de aanvraag voor het betrokken kalenderjaar aan te melden bij het productschap.

  • 2 De melding, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door toezending van een volledig en naar waarheid ingevulde, ondertekende en gedagtekende deelnamemelding zoals die door het productschap is toegezonden.

  • 3 De producent dient wijzigingen in de gegevens op de deelnamemelding binnen 14 dagen na de wijziging te melden aan het productschap.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor toepassing van artikel 4 van deze verordening dienen kalveren geslacht te worden in een abattoir waar, op jaarbasis, gemiddeld meer dan 75 slachtingen per week worden verricht, dan wel in een door de voorzitter erkend abattoir.

  • 2 Abattoirs die schriftelijk ten opzichte van het productschap hebben verklaard dat zij zullen voldoen aan de artikelen 5, 6 , 8, 9, 10 en 11, derde lid van de Verordening slachting, weging en classificatie runderen 1997, dan wel de artikelen 5, 6, 7, 9 en 10 en 11, derde lid, van laatstgenoemde verordening, en de daarvoor aangewezen toezichthouder zullen toelaten en aan hem medewerking zullen verlenen, worden door de voorzitter erkend.

  • 3 De abattoirs die aan eisen voldoen die tenminste gelijkwaardig zijn aan de in het tweede lid genoemde artikelen kunnen ook door de voorzitter worden erkend.

Terugwerkende kracht

Vbbo. 2005, 66, datum inwerkingtreding 20-11-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

1 Voor toepassing van artikel 4 van deze verordening dienen kalveren geslacht te worden in een abattoir waar, op jaarbasis, gemiddeld meer dan 75 slachtingen per week worden verricht, dan wel in een door de voorzitter erkend abattoir.

2 Abattoirs die schriftelijk ten opzichte van het productschap hebben verklaard dat zij zullen voldoen aan de artikelen 5, 6 , 8, 9, 10 en 11, derde lid van de Verordening slachting, weging en classificatie van slachtrunderen 2003, dan wel de artikelen 5, 6, 7, 9 en 10 en 11, derde lid, van laatstgenoemde verordening, en de daarvoor aangewezen toezichthouder zullen toelaten en aan hem medewerking zullen verlenen, worden door de voorzitter erkend.

3 De abattoirs die aan eisen voldoen die tenminste gelijkwaardig zijn aan de in het tweede lid genoemde artikelen kunnen ook door de voorzitter worden erkend.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Als aanvraag voor de premie voor binnenlandse slacht geldt de door het betrokken abattoir aan het gegevensbestand verrichte melding betreffende de slacht van het betrokken kalf. De aanvraag voor de premie is niet ontvankelijk indien de melding van de slacht niet binnen 25 dagen na de slacht van het betrokken kalf heeft plaatsgevonden.

  • 2 In geval van slachting in een erkend abattoir dient de aanvraag vergezeld te gaan van het door de toezichthoudende instantie geviseerde en door het abattoir ondertekende document waarop het gewicht, vastgesteld op basis van de in artikel 36 van de commissieverordening omschreven aanbiedingsvorm dan wel het levend gewicht, van het betrokken kalf en de naam en het adres van het abattoir vermeld staan.

  • 3 Het in het tweede lid genoemde bewijs moet door het productschap zijn ontvangen binnen 6 maanden na het slachten van het betrokken dier, maar uiterlijk op de laatste dag van februari van het op de slachtdatum volgende kalenderjaar.

Terugwerkende kracht

Vbbo. 2005, 66, datum inwerkingtreding 20-11-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

1

  • a. Als aanvraag voor de premie voor binnenlandse slacht geldt de door het betrokken abattoir verrichte melding van slacht van het betrokken dier aan het I&R-systeem rund overeenkomstig de Regeling identificatie en registratie van dieren.

  • b. De aanvraag moet worden ingediend binnen 25 dagen nadat de slacht van het betrokken kalf heeft plaatsgevonden op de wijze zoals bepaald in de Regeling identificatie en registratie van dieren.

2 In geval van slachting in een erkend abattoir dient de aanvraag vergezeld te gaan van het door de toezichthoudende instantie geviseerde en door het abattoir ondertekende document waarop het gewicht, vastgesteld op basis van de in artikel 122 van de commissieverordening omschreven aanbiedingsvorm dan wel het levend gewicht, van het betrokken kalf en de naam en het adres van het abattoir vermeld staan.

3 Het in het tweede lid genoemde bewijs moet door het productschap zijn ontvangen binnen 6 maanden na het slachten van het betrokken dier, maar uiterlijk op de laatste dag van februari van het op de slachtdatum volgende kalenderjaar.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor in andere lidstaten geslachte kalveren geldt, in afwijking van artikel 4, als aanvraag een verklaring van het abattoir of een door het abattoir opgesteld of geviseerd document als bedoeld in art. 35, eerste lid, onder a) dat de onder i tot en met iii van de commissieverordening genoemde gegevens bevat en dat tevens is voorzien van het nummer van de deelnameverklaring van de producent.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde bewijs moet door het productschap zijn ontvangen binnen 6 maanden na het slachten van het betrokken dier, maar uiterlijk op de laatste dag van februari van het op de slachtdatum volgende kalenderjaar.

Terugwerkende kracht

Vbbo. 2005, 66, datum inwerkingtreding 20-11-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

1 Voor in andere lidstaten geslachte kalveren geldt, in afwijking van artikel 4, als aanvraag een verklaring van het abattoir of een door het abattoir opgesteld of geviseerd document als bedoeld in artikel 121, eerste lid, onder a) van de commissieverordening, dat de aldaar onder i tot en met iii genoemde gegevens bevat.

2 Het in het eerste lid bedoelde bewijs moet door het productschap zijn ontvangen binnen 6 maanden na het slachten van het betrokken dier, maar uiterlijk op de laatste dag van februari van het op de slachtdatum volgende kalenderjaar.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor kalveren die worden uitgevoerd naar een derde land geldt, in afwijking van artikel 4 als aanvraag de documenten waaruit blijkt dat voor die betrokken kalveren de aangifte ten uitvoer is verricht en waarvoor het overige bewijs als genoemd in artikel 35, eerste lid sub B, van Verordening (EG) nr 2342/99 is geleverd alsmede het door de toezichthoudende instantie geviseerde document betreffende het gewicht van het betrokken kalf.

  • 2 Het in het eerste lid genoemde bewijs moet door het productschap zijn ontvangen binnen 6 maanden na de datum van het verlaten van het grondgebied van de Gemeenschap van het betrokken kalf, maar uiterlijk op de laatste dag van februari van het, op de dag van het verlaten van het grondgebied volgende, kalenderjaar.

Terugwerkende kracht

Vbbo. 2005, 66, datum inwerkingtreding 20-11-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

1 Voor kalveren die worden uitgevoerd naar een derde land geldt, in afwijking van artikel 4 als aanvraag de documenten waaruit blijkt dat voor die betrokken kalveren de aangifte ten uitvoer is verricht en waarvoor het overige bewijs als genoemd in artikel 121, eerste lid, onder b) van de commissieverordening is geleverd alsmede het door de toezichthoudende instantie geviseerde document betreffende het gewicht van het betrokken kalf.

2 Het in het eerste lid genoemde bewijs moet door het productschap zijn ontvangen binnen 6 maanden na de datum van het verlaten van het grondgebied van de Gemeenschap van het betrokken kalf, maar uiterlijk op de laatste dag van februari van het, op de dag van het verlaten van het grondgebied volgende, kalenderjaar.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 De verplichting bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze verordening geldt niet voor kalveren, die op het moment van slachting minder dan 5 maanden oud zijn.

Terugwerkende kracht

Vbbo. 2005, 66, datum inwerkingtreding 20-11-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

1 De verplichting tot vermelding van het gewicht, als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, 5, eerste lid, en 6, eerste lid, geldt niet voor kalveren die op het moment van slacht of uitvoer minder dan 6 maanden oud zijn.

2 De verplichting bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze verordening geldt niet voor kalveren, die op het moment van slachting minder dan 6 maanden oud zijn.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Geen premie wordt verstrekt voor runderen ten aanzien waarvan de producent de op hem, krachtens de Regeling identificatie en registratie van dieren 2002, rustende verplichtingen met betrekking tot de melding aan het I&R-gegevensbestand van de geboortedatum, de datum van aanvoer op, of afvoer van zijn bedrijf of de datum van slacht onderscheidenlijk uitvoer, niet is nagekomen.

  • 2 De premie wordt verminderd met 25% voor runderen ten aanzien waarvan de producent de op hem, krachtens de Regeling identificatie en registratie van dieren 2002, rustende verplichtingen met betrekking tot de melding aan het I&R-gegevensbestand van de geboortedatum, de datum van aanvoer op, of afvoer van zijn bedrijf of de datum van slacht onderscheidenlijk uitvoer, niet tijdig doch wel binnen 25 dagen nadat de betrokken gebeurtenis heeft plaatsgevonden is nagekomen.

  • 3 Het gestelde in de leden 1 en 2 is uitsluitend van toepassing ten aanzien van melding van gebeurtenissen die zich met ingang van 1 januari 2000 hebben voorgedaan.

Terugwerkende kracht

Vbbo. 2005, 66, datum inwerkingtreding 20-11-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

Dit onderdeel vervalt.

Vbbo. 2005, 66, datum inwerkingtreding 20-11-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2004.

1 Geen premie wordt verstrekt voor runderen ten aanzien waarvan de producent de op hem, krachtens de Regeling identificatie en registratie van dieren 2002, rustende verplichtingen met betrekking tot de melding aan het I&R-gegevensbestand van de geboortedatum, de datum van aanvoer op, of afvoer van zijn bedrijf of de datum van slacht onderscheidenlijk uitvoer, niet is nagekomen.

2 Het bepaalde in lid 1 is uitsluitend van toepassing ten aanzien van melding van gebeurtenissen die zich met ingang van 1 januari 2000 hebben voorgedaan.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Overtreding van het in deze verordening bepaalde is een strafbaar feit.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening slachtpremie kalveren.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2000.

  • 3 Deze verordening wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Voor het bestuur,

R.J. Tazelaar

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 31 december 1999, nr. TRCJZ\1999\13229.

Naar boven