Besluit van 18 juni 1999, houdende regels ter uitvoering van de Wet Raad voor de Transportveiligheid
(Besluit Raad voor de Transportveiligheid)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 december 1998,
nr. CDJZ/98/1343, Centrale Directie Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 7, tweede en vijfde lid, 11, 16, 28, eerste, derde en vijfde lid, 32, derde en vierde lid, 45, vijfde lid, 46, 52, 55 en 56 van de Wet Raad voor de Transportveiligheid;
De Raad van State gehoord (advies van 6 april 1999, nr. W09.98.0607/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 juni 1999,
nr. PAD 1999/17;
Hebben goedgevonden en verstaan: