Naar aanleiding van uw brief van 27 maart 1998, met kenmerk COA/CS/jme/98d.80, waarin
u aangeeft dat er naar uw oordeel een capacitaire noodsituatie is ontstaan als bedoeld
in artikel 4 van de Rva 1997, heb ik besloten u vooralsnog tot 1 juni 1998 de bevoegdheid
toe te kennen bepaalde categorieën asielzoekers uit te sluiten van verstrekkingen
als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Rva 1997, waaronder onderdak in een opvangcentrum.
Hierbij verleen ik u toestemming om van de in artikel 1, eerste lid, van het besluit
van 3 april 1998 bedoelde bevoegdheid geclausuleerd gebruik te maken, in die zin dat
genoemde verstrekkingen uitsluitend worden onthouden indien de asielzoeker de vervangende
verstrekkingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid van het besluit vrijwillig verkiest
boven de in artikel 5, eerste lid van de Rva 1997 bedoelde verstrekkingen.
Voor de toekenning van de bevoegdheid aan u om artikel 1, eerste lid, van het besluit
ongeclausuleerd toe te passen is een apart besluit van mijn kant vereist.
Het ministerieel besluit en de toelichting daarop, dat gepubliceerd zal worden in
de Staatscourant, treft u bijgaand aan.
Gelet op de geclausuleerde toepassing van uw bevoegdheid verleen ik u hierbij toestemming
het besluit, vooruitlopend op de plaatsing in de Staatscourant en de daaraan gekoppelde
inwerkingtreding, met onmiddellijke ingang toe te passen.