Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten Scheepvaartreglement territoriale zee

Geraadpleegd op 14-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-05-2011 en zichtdatum 07-07-2024.
Geldend van 25-05-2011 t/m 18-05-2012

Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten Scheepvaartreglement territoriale zee

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 2, onderdeel a, van het Scheepvaartreglement territoriale zee;

Besluit:

Artikel 1

Als bevoegde autoriteit bedoeld in het Scheepvaartreglement territoriale zee, wordt aangewezen:

  • 1. Met betrekking tot de artikelen 5, eerste en vierde lid, 6, 7, eerste en derde lid, 12, eerste, tweede en vierde lid, en 13, voor wat de in de Nederlandse territoriale zee gelegen ankerplaatsen, of laad- of losinrichtingen betreft, en met betrekking tot artikel 5, derde lid:

    • a. voor het aanloopgebied Scheldemonden:

      de Rijkshavenmeester Westerschelde, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990;

    • b. voor het aanloopgebied Rotterdam:

      de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V.;

    • c. voor het aanloopgebied Scheveningen:

      het Hoofd Verkeerscentrale en Haven van de gemeente Den Haag;

    • d. voor het aanloopgebied IJmuiden:

      de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Holland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat;

    • e. voor het aanloopgebied Den Helder:

      de Commandant der maritieme middelen van de Koninklijke marine te Den Helder;

    • f. voor het aanloopgebied Brandaris en het aanloopgebied Eemsmonding:

      de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Nederland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat;

    • g. voor de territoriale zee, behoudens de aanloopgebieden:

      de directeur Kustwacht.

  • 2. Met betrekking tot de artikelen 7, tweede lid en 12, derde lid:

    • de directeur Kustwacht.

  • 3. Met betrekking tot artikel 5, eerste lid, voor wat betreft de eerste haven van bestemming in Nederland, of een binnengaats gelegen ankerplaats van bestemming in Nederland:

    • a. de havenmeester van de havendienst van de desbetreffende haven of van de gemeente waarbinnen de ankerplaats is gelegen;

    • b. voor wat betreft Terneuzen:

      de betreffende havenmeester van het havenschap Zeeland Seaports;

    • c. de Westerschelde, voor wat betreft ten anker komende schepen:

      de Rijkshavenmeester Westerschelde, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990;

    • d. voor wat betreft Vlissingen:

      de betreffende havenmeester van het havenschap Zeeland Seaports;

    • e. voor wat betreft het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de zijkanalen F en G, voor zover het betreft de vaarweg en de zijkanalen waar de zorg voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer is opgedragen aan het Directoraat-Generaal Goederenvervoer:

      de Rijkshavenmeester Westerschelde, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990;

    • f. voor wat betreft Dordrecht:

      de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V. en tevens de havenmeester van de gemeentelijke havendienst van de gemeente Dordrecht;

    • g. voor wat betreft Moerdijk:

      de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V. en tevens de directie van het havenschap;

    • h. voor wat betreft de Noordzeesluizen en de Rijksoverlaadplaats voor ontploffingsgevaarlijke stoffen te Buitenhuizen:

      de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Holland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat;

    • i. voor wat betreft IJmuiden:

      voor de hoogovenhavens, de 1°, 2° en 3° Rijksbinnenhaven en de kade van de papierfabriek van Gelder:

      de burgemeester van de gemeente Velsen,

      voor de Vissershaven en de Haringhaven:

      de havenmeester van Zeehaven IJmuiden N.V.;

    • j. de Waddenzee, voor wat ten anker komende schepen betreft:

      • de Commandant der maritieme middelen van de Koninklijke marine, voor wat betreft schepen die ten anker komen in zijn bevoegdheidsgebied zoals omschreven in artikel 1, vierde lid, van de regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 28 september 1995, nr. 205342, houdende aanwijzing bevoegde autoriteiten Binnenvaartpolitiereglement, Stcrt. 190;

      • de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Nederland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, voor wat betreft schepen die ten anker komen in het overige gedeelte van de Waddenzee;

    • k. voor wat betreft Delfzijl/Eemshaven:

      de havenmeester van het havenschap.

  • 4. Met betrekking tot artikel 5, zevende en achtste lid, de havenmeester van de havendienst van de desbetreffende haven.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten Scheepvaartreglement territoriale zee.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 april 1997

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven