Onderlinge regeling Nederland en Curaçao ex artikel 38, eerste lid, Statuut voor het [...] der Nederlanden (verdeling opbrengsten octrooibestel)

[Regeling treedt (deels) in werking per 03-12-2021 met terugwerkende kracht tot en met 10-10-2010.]
Geraadpleegd op 19-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-10-2010 en zichtdatum 07-05-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m 02-12-2021

Onderlinge regeling Nederland en Curaçao ex artikel 38, eerste lid, Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (verdeling opbrengsten octrooibestel)

Nederland en Curaçao,

Overwegende dat

  • de Rijksoctrooiwet 1995 bepaalt dat octrooien ook voor het land Curaçao in stand worden gehouden en Nederland en Curaçao afspraken wensen te maken over de verdeling van de opbrengsten van de instandhoudingstaksen;

  • deze onderlinge regeling niet de periode vóór 2007 raakt en onverlet laat dat Nederland en Curaçao over die periode in overleg zullen treden;

  • de voormalige Nederlandse Antillen zijn toegetreden tot het Europees Octrooiverdrag;

  • Europese octrooien vanaf 4 april 2007 van kracht zijn geworden op de voormalige Nederlandse Antillen;

  • het van kracht worden van Europese octrooien op de voormalige Nederlandse Antillen aanleiding heeft gegeven om de opbrengsten van de instandhoudingstaksen van ook die octrooien te verdelen;

  • voor de verdeling van de opbrengsten is besloten geen onderscheid te maken tussen taksen verschuldigd voor Europese en rijksoctrooien;

  • de opbrengsten van de instandhoudingstaksen voor Europese en rijksoctrooien, op grond van de onderlinge regeling tussen Nederland en de Nederlandse Antillen inzake de verdeling van de opbrengsten van het octrooibestel van 17 september 2010, te rekenen vanaf april 2007 werden verdeeld naar rato van het inwonertal van Nederland enerzijds en de voormalige Nederlandse Antillen anderzijds;

  • bij de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen van 7 september 2010 de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010 zijn opgeheven en Curaçao en Sint Maarten op die datum de hoedanigheid van land in het Koninkrijk hebben verkregen;

  • het Europees Octrooiverdrag met ingang van 10 oktober 2010 medegelding heeft verkregen in de landen Curaçao en Sint Maarten;

  • de onderlinge regeling is geëindigd met ingang van 10 oktober 2010;

  • de verdeling van de opbrengsten tussen Nederland, Curaçao en Sint Maarten te rekenen vanaf 10 oktober 2010 opnieuw moet worden vastgesteld;

  • de toenmalige Minister van Economische Zaken van Nederland bij brief van 22 september 2010 aan de voormalige Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen heeft bevestigd dat de wijziging van de inwonertallen als gevolg van de opheffing van de Nederlandse Antillen tot april 2012 geen invloed zal hebben op de bij de onderlinge regeling van 17 september 2010 vastgestelde verdeelsleutel;

  • de toenmalige Minister van Economische Zaken van Nederland in die brief tevens heeft opgemerkt dat de ondertekende onderlinge regeling de verdeling bestrijkt van de opbrengsten sinds de toetreding van de Nederlandse Antillen tot het Europees Octrooiverdrag voor rijksoctrooien en Europese octrooien, en dat over de verdeling van de afdracht van vóór de toetreding tot het Europees Octrooiverdrag Nederland en de Nederlandse Antillen (tegenwoordig de vertegenwoordigers van Curaçao en Sint Maarten) nog verdere discussie dienden te voeren;

  • de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten bij brief van 7 maart 2014 heeft medegedeeld dat hij instemt met een ongewijzigde voortzetting van de verdeling van de opbrengsten op basis van een verdeelsleutel van 98,8% voor Nederland en 1,2% voor Curaçao en Sint Maarten gezamenlijk en dat hij met de Minister van Justitie van Curaçao onderling een verdeelsleutel is overeengekomen van 80% voor Curaçao en 20% voor Sint Maarten;

  • de toenmalige Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten bij brief van 6 mei 2015 heeft medegedeeld dat hij instemt met een bilaterale onderlinge regeling tussen Sint Maarten en Nederland;

  • de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken per brief d.d. 22 januari 2016 te kennen heeft gegeven akkoord te gaan met een bilaterale regeling tussen Curaçao en Nederland, in welke brief tevens de directeur van het Bureau voor de Intellectuele Eigendom van Curaçao is verzocht de verdeelsleutel die van kracht zal zijn tot en met 31 december 2020 te bevestigen;

  • de toenmalige Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten per brief d.d. 10 februari 2016 aan de voormalige Staatssecretaris van Economische Zaken en per brief d.d. 17 februari 2016 aan de toenmalige Minister van Justitie van Curaçao de verdeelsleutel heeft bevestigd;

  • het Bureau voor de Intellectuele Eigendom van Curaçao per brief d.d. 23 juni 2016 aan de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken de verdeelsleutel heeft bevestigd;

  • de toenmalige Minister van Justitie van Curaçao per brief d.d. 23 juni 2016 aan de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken de verdeelsleutel heeft bevestigd;

  • aldus bij briefwisseling tussen de toenmalige Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten, de toenmalige Minister van Justitie van Curaçao en de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken van Nederland een tripartite afspraak tot stand is gekomen, waarin is overeengekomen een verdeelsleutel tussen de drie landen en vastgelegd op 98,8% voor Nederland, 0,96% voor Curaçao en 0,24% voor Sint Maarten.

Gelet op artikel 38, eerste lid, van het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden, en de artikelen 61 en 113 van de Rijksoctrooiwet 1995;

Komen het volgende overeen:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 48646, datum inwerkingtreding 03-12-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze onderlinge regeling wordt verstaan onder:

  • BIP Curaçao: het Bureau voor de Intellectuele Eigendom van Curaçao;

  • Europees octrooi: een Europees octrooi als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • Europees Octrooibureau: orgaan van de Europese Octrooiorganisatie, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Europees Octrooiverdrag;

  • Europees Octrooiverdrag: het op 5 oktober 1973 te München tot stand gekomen Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • Octrooicentrum Nederland: het bureau, bedoeld in artikel 1 juncto artikel 15 van de wet;

  • wet: de Rijksoctrooiwet 1995.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 48646, datum inwerkingtreding 03-12-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Artikel 2. Opbrengsten

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Opbrengsten in de zin van deze onderlinge regeling zijn de door Octrooicentrum Nederland op grond van artikel 61 van de wet ontvangen instandhoudingstaksen, verminderd met de afdracht van instandhoudingstaksen aan het Europees Octrooibureau op grond van artikel 39 van het Europees Octrooiverdrag.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 48646, datum inwerkingtreding 03-12-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Artikel 3. Verdeling en verdeelsleutel

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De opbrengsten, bedoeld in artikel 2, worden te rekenen vanaf 10 oktober 2010 verdeeld tussen Nederland, Curaçao en Sint Maarten.

  • 2 De huidige verdeelsleutel van de opbrengsten bedraagt 98,8% voor Nederland en 0,96% voor Curaçao en 0,24% voor Sint Maarten geldt tot uiterlijk 31 december 2020. De nieuwe verdeelsleutel die vanaf 1 januari 2021 zal gelden tussen Nederland en Curaçao, dient zo spoedig mogelijk te zijn overeengekomen. In het geval er op 1 januari 2021 geen nieuwe verdeelsleutel is overeengekomen dan zal de verdeling en betaling worden voortgezet op basis van de tot 31 december 2020 geldende verdeelsleutel tot dat een nieuwe verdeelsleutel is overeengekomen.

  • 3 Na de vaststelling van de nieuwe verdeelsleutel worden de verschillen verrekend.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 48646, datum inwerkingtreding 03-12-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Artikel 4. Financiële afwikkeling

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Octrooicentrum Nederland is belast met de verdeling van de opbrengsten en met de betaling aan BIP Curaçao van het aan Curaçao toekomende aandeel, overeenkomstig de verdeelsleutel die in artikel 3 is vastgesteld.

  • 2 De verdeling vindt plaats op basis van de opbrengsten, zoals die, met inachtneming van artikel 2, zijn opgenomen in de verantwoording die Octrooicentrum Nederland maandelijks aan de Minister van Economische Zaken aflegt over de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op grond van de wet en het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995.

  • 3 Octrooicentrum Nederland stelt de hoogte van de aandelen vast door de opbrengsten telkens na afloop van elke maand te vermenigvuldigen met de verdeelsleutel, bedoeld in artikel 3.

  • 4 De vaststelling van de aandelen is definitief, tenzij een controle ingevolge artikel 5 aanleiding geeft tot herziening.

  • 5 De betaling aan BIP Curaçao geschiedt telkens binnen 30 dagen na afloop van de desbetreffende maand door bijschrijving op rekeningnummer 130211701 bij de Maduro & Curiel’s Bank N.V. te Curaçao ten name van Bureau Intellectual Property, onder vermelding van de maand waarop de betaling betrekking heeft.

  • 6 Voor te laat gedane betalingen vergoedt Octrooicentrum Nederland aan BIP Curaçao de op Curaçao van toepassing zijnde wettelijke rente die samengesteld wordt berekend van het verschuldigde bedrag voor iedere maand dat de betaling is verschuldigd, te rekenen vanaf de eerste dag na de 30 dagen, bedoeld in het vijfde lid.

  • 7 Over het totaal bedrag van de opbrengsten van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020 wordt eenmalig een rente vergoed van 13%. Dit komt neer op een door BIP Curaçao te ontvangen totaal bedrag van 3.019.462. Euro. Over de opbrengsten van het jaar 2021 wordt een rente vergoed van 3%, voor zover betaling ten aanzien van het jaar 2021 geschiedt na 31 december 2021.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 48646, datum inwerkingtreding 03-12-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Artikel 5. Accountantscontrole

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De Auditdienst van het Rijk toetst de financiële verantwoording van Octrooicentrum Nederland aan de toepasselijke wet- en regelgeving. De opbrengsten maken onderdeel uit van de controle door de Auditdienst van het Rijk.

  • 2 De Minister van Economische Zaken en Klimaat van Nederland stuurt aan het begin van elk kalenderjaar, uiterlijk vóór 1 april, aan BIP Curaçao een door de Auditdienst van het Rijk of een in overleg met BIP Curaçao te bepalen externe register accountant opgestelde certificering van de opbrengsten van het octrooibestel die de basis vormen voor de verdeling. De kosten van deze certificering komen voor rekening van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van Nederland.

  • 3 Octrooicentrum Nederland verstrekt na afloop van elke maand aan BIP Curaçao een overzicht uit het administratiesysteem van Octrooicentrum Nederland van zowel de Europese als de nationale octrooiopbrengsten waaruit van de desbetreffende maand ontvangen en afgedragen instandhoudingstaksen blijken, alsmede een toelichting die aangeeft hoe de bedragen van deze opbrengsten zijn samengesteld en opgebouwd. BIP Curaçao kan naar aanleiding van deze documenten vragen stellen die door het Octrooicentrum Nederland voortvarend zullen worden beantwoord.

  • 4 De Minister van Justitie van Curaçao en BIP Curaçao hebben het recht de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde verantwoording eenmaal per kalenderjaar over het dan afgelopen kalenderjaar door een door hen aan te wijzen externe accountant te doen controleren.

  • 5 Octrooicentrum Nederland is het aanspreekpunt voor de in het vierde lid bedoelde externe accountant.

  • 6 De kosten voor de in het vierde lid bedoelde controle komen voor rekening van degene die daartoe opdracht heeft gegeven.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 48646, datum inwerkingtreding 03-12-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze onderlinge regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van ondertekening, en werkt terug tot en met 10 oktober 2010.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 48646, datum inwerkingtreding 03-12-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Artikel 7. Bekendmaking

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Binnen een maand na ondertekening wordt de tekst van deze onderlinge regeling in de Staatscourant en de Landscourant geplaatst.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 48646, datum inwerkingtreding 03-12-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Den Haag, 2 december 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

van Nederland,

S.A. Blok

Willemstad, 29 november 2021

De Minister van Justitie

van Curaçao,

G.S. Pisas

Naar boven