Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het
Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen Curaçao, Sint Maarten
en Nederland op het gebied van de onderlinge beschikbaarstelling van detentiecapaciteit
Curaçao, Sint Maarten en Nederland,
Overwegende, dat in onderdeel D van de Slotverklaring van het bestuurlijk overleg
over de toekomstige staatkundige positie van Curaçao en Sint Maarten op 2 november
2006 is afgesproken dat Curaçao, Sint Maarten en Nederland op basis van een onderlinge
regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, met elkaar zullen samenwerken om te voorzien in het beschikbaar stellen van detentiecapaciteit
ten behoeve van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ten behoeve van elkaar;
Gelet op artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden;
Komen het volgende overeen: