Rijkswet van 8 mei 2003 tot wijziging van de rijkswet van 20 december 1989, houdende
regeling van pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs van de Nederlandse Antillen
en van Aruba (Stb. 1990, 15)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het in de regeling van
pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs van de Nederlandse Antillen en van Aruba
bestaande onderscheid tussen mannen en vrouwen ongedaan te maken wat betreft de rechten
die bij overlijden bestaan voor hun nabestaanden en aldus de beperkende voorwaarden
op te heffen die zijn verbonden aan het recht op weduwnaarspensioen en tevens om de
berekeningsgrondslag van de pensioenen en uitkeringen aan te passen aan de gewijzigde
berekeningsgrondslag van de wedden van de Gouverneurs;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze: